Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 december 2024 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer: [nummer], eiser
de minister van Asiel en Migratie.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
mr.G.T.J. Kouwenberg, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 24 december 2024, met zaaknummer NL24.36817, wordt de ontvankelijkheid van het beroep van eiser beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Grigorjan, heeft een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiser het griffierecht niet tijdig heeft betaald, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.
De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. Eiser had verzocht om vrijstelling van het griffierecht vanwege betalingsonmacht, maar dit verzoek werd door de griffier afgewezen. De griffier had eiser in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar eiser heeft dit niet binnen de gestelde termijn gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op de hoogte was van de betalingsverplichting en de termijn, maar desondanks niet heeft betaald.
De rechter concludeert dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is en verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing binnen zes weken na verzending van de uitspraak.