ECLI:NL:RBDHA:2024:22130

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
27 december 2024
Zaaknummer
NL24.46843
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Op 23 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. N. Akbalik, tegen de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De minister had op 25 november 2024 besloten om de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen, met als argument dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de beoordeling heeft de voorzieningenrechter verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL24.46842, waarin op het beroep van verzoekster is beslist. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep is gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.

Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.S.W. Kroon, in aanwezigheid van griffier mr. S.M. Hampsink, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.46843

uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 december 2024 in de zaak tussen

[verzoekster], v-nummer: [nummer], verzoekster

(gemachtigde: mr. N. Akbalik),
en

de minister van Asiel en Migratie.

Inleiding

1. Bij besluit van 25 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.46842, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S.W. Kroon, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.M. Hampsink, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.