ECLI:NL:RBDHA:2024:22124
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en voorlopige voorziening van een vreemdeling uit de Centraal Afrikaanse Republiek met frauduleus verkregen paspoort
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag en haar verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld. Eiseres, afkomstig uit de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR), heeft op 13 oktober 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de minister van Asiel en Migratie op 28 oktober 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 23 december 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres, haar gemachtigde, de gemachtigde van verweerder en een tolk aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat eiseres voldoende inspanningen heeft geleverd om aan te tonen dat haar paspoort, dat zij bij haar binnenkomst in Nederland gebruikte, frauduleus is verkregen. Eiseres heeft contact gezocht met de ambassade van de CAR, maar geen reactie ontvangen. De rechtbank stelt vast dat de minister in strijd met de zorgvuldigheidsnorm heeft gehandeld door geen contact op te nemen met de autoriteiten van de CAR, ondanks de inspanningen van eiseres. De rechtbank vernietigt het besluit van de minister en draagt deze op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak.
De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep gegrond is verklaard. Eiseres krijgt een proceskostenvergoeding van € 2.625,- toegewezen, omdat haar gemachtigde een beroepschrift en verzoekschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. De rechtbank concludeert dat de minister de asielaanvraag opnieuw moet beoordelen, waarbij de eerdere afwijzing niet in stand kan blijven.