ECLI:NL:RBDHA:2024:22123
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 20 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag op 13 november 2024 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 18 december 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en de minister aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft vastgesteld dat eiser meerderjarig is, op basis van een leeftijdsschouw die heeft plaatsgevonden. Eiser betoogt dat hij in bewijsnood verkeert, omdat hij zijn originele geboorteakte niet kan verkrijgen. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet voldoende heeft onderbouwd dat het voor hem onmogelijk is om aan zijn geboorteakte te komen en dat hij ook andere documenten had kunnen overleggen om zijn leeftijd te weerleggen.
Daarnaast heeft de rechtbank de beroepsgrond van eiser dat de minister op grond van artikel 17 van de Dublinverordening zijn asielaanvraag onverplicht had moeten behandelen, verworpen. Eiser heeft niet aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat de overdracht aan Spanje onevenredige hardheid zou betekenen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de asielaanvraag van eiser terecht niet in behandeling is genomen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.