ECLI:NL:RBDHA:2024:22072
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling in proceskosten na intrekking van beroep inzake Ziektewet-uitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 18 december 2024, in de zaak SGR 21/6977, beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoeker om een veroordeling van verweerder in de proceskosten. Verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, waarin was bepaald dat hij geen recht had op een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Dit besluit werd in stand gehouden na een bezwaarprocedure. Echter, op 26 september 2024 heeft verweerder een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij verzoeker alsnog recht kreeg op een ZW-uitkering per 26 december 2016. Hierop heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om veroordeling van verweerder in de proceskosten.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen, omdat verweerder geheel tegemoet was gekomen aan verzoeker door de ZW-uitkering alsnog toe te kennen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.750,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, en heeft verweerder verplicht om dit bedrag aan verzoeker te vergoeden. Daarnaast is verweerder ook verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.