ECLI:NL:RBDHA:2024:22057
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verbod op euthanasie van hond in afwachting van strafzaak
In deze zaak hebben eisers, [eiseres] en [eiser], een voorlopige voorziening aangevraagd om te voorkomen dat hun hond, [hondennaam], wordt geëuthanaseerd door de Staat der Nederlanden. De hond is in beslag genomen na twee bijtincidenten waarbij hij een andere hond heeft verwond en gedood. De eisers zijn van mening dat de euthanasie onterecht is, omdat er een noodzaak bestaat voor een contra-expertise die kan bijdragen aan de strafzaak tegen [eiser]. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie (OM) de bevoegdheid heeft om tot euthanasie over te gaan, maar dat dit niet kan gebeuren voordat de strafrechter zich inhoudelijk over de zaak heeft gebogen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de belangen van de eisers zwaarder wegen dan de belangen van het OM, vooral gezien de korte tijd tot de inhoudelijke behandeling van de strafzaak. De vordering van de eisers is toegewezen, en de Staat is veroordeeld in de proceskosten.