In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 12 december 2024, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3], behandeld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen, die momenteel bij hun grootmoeder verblijven, een moeilijke periode hebben doorgemaakt door het wegvallen van hun moeder als hoofdopvoeder. De moeder verblijft in een woonzorgcentrum vanwege gezondheidsproblemen, terwijl de vader geen vaste woon- en verblijfplaats heeft. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van een jaar, toegewezen. De kinderrechter oordeelt dat de kinderen psychologische hulp nodig hebben om hun situatie te verwerken en dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ontwikkeling van de kinderen te monitoren en de hulpverlening te waarborgen. De grootmoeder heeft ingestemd met de zorg voor de kinderen, maar de situatie blijft kwetsbaar door de afwezigheid van de ouders. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, en heeft de termijn voor hoger beroep vastgesteld.