ECLI:NL:RBDHA:2024:21962

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
NL24.32107
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Colombiaanse eiser wegens ongeloofwaardige bedreigingen door bende

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Colombiaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 26 februari 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de minister van Asiel en Migratie op 22 juli 2024 als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 13 december 2024 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag van eiser ongegrond is. Eiser heeft gesteld dat hij bedreigd wordt door de bende 'Los23' en dat hij op 3 september 2022 door hen in zijn rug is geschoten. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn claims te onderbouwen. De minister heeft de geloofwaardigheid van de bedreigingen in twijfel getrokken, onder andere omdat eiser geen aangifte heeft gedaan en omdat de link tussen de bedreigingen en de bende niet overtuigend is aangetoond. De rechtbank wijst erop dat de tijdsverloop tussen de moord op de neef van eiser en de bedreigingen door de bende niet aannemelijk is gemaakt.

De rechtbank concludeert dat de minister de aanvraag van eiser terecht heeft afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser kan binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.32107

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek)
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. G.M. Bouius).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 26 februari 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 22 juli 2024 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 13 december 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, een tolk en de gemachtigde van de minister. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser heeft de Colombiaanse nationaliteit is geboren op [geboortedatum] . Hij heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij vreest voor zijn leven omdat hij problemen heeft met de bende ‘Los23”. Sinds eind 2020 wordt hij door hen bedreigd via Facebook en op 3 september 2022 is hij door hen in zijn rug geschoten. Op 24 februari 2023 heeft eiser vanwege deze vrees Colombia verlaten en is hij naar Nederland gekomen.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:
1. identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. de problemen met Los23.
De minister heeft het eerste element geloofwaardig geacht.
De minister vindt het tweede element ongeloofwaardig omdat eiser er niet in is geslaagd om de door hem gestelde link tussen het Facebookaccount en Los23 te onderbouwen. Evenmin heeft eiser onderbouwd dat de dreigementen daadwerkelijk op hem zijn gericht.
Eisers verklaring dat hij op 3 september 2022 door een lid van Los23 in de rug is geschoten volgt de minister niet. Eiser heeft weliswaar een medisch document overgelegd maar niet onderbouwd is dat Los23 voor de beschieting verantwoordelijk was of dat de schotwond niet op een ander moment is opgelopen. Ook is het ongerijmd dat eiser geen aangifte heeft gedaan. Dat de mannen, die eiser kende, bij Los23 zouden behoren, is enkel een veronderstelling van eiser. Ook acht de minister het ongerijmd dat eiser twee jaar binnenbleef terwijl Los 23 wist waar hij woonde.
Gronden
6. Eiser voert aan dat de problemen met Los23 zijn begonnen in detentie. In 2016 was hij nog erg jong en werd hij nog niet als bedreiging gezien. Na zijn detentie was hij volwassen en werd hij dat wel. Eiser heeft geen aangifte gedaan omdat hij er niet op vertrouwde dat de politie iets met de aangifte zou doen. Dat hij zelf is veroordeeld voor de diefstal van een motorfiets is omdat hij werd aangehouden door burgers. Dat de twee mannen op de motorfiets, van wie de bijrijder eiser heeft beschoten, lid zijn van Los23 is algemeen bekend in het dorp waar eiser woont. Niet valt in te zien hoe eiser dit moet onderbouwen omdat Los23 er geen te raadplegen ledenlijst op nahoudt.
De problemen met Los23
7. De rechtbank is van oordeel dat de minister niet ten onrechte heeft overwogen dat eiser niet aannemelijk hebben gemaakt dat de bedreigingen en de mogelijke schietpartij in verband staan met Los23.
7.1.
Daartoe heeft de minister allereerst kunnen overwegen dat de reden voor de bedreigingen – te weten dat de bende dacht dat eiser de moord op zijn neef zou willen wreken - niet aannemelijk is gemaakt nu eiser zelf stelt nooit heeft aangegeven van plan te zijn om zijn neef te wreken. Daarbij is de neef van eiser op 8 april 2016 vermoord terwijl de bedreigingen volgens eiser pas in 2019 dan wel 2020 zouden zijn begonnen. Dit tijdsverloop heeft de minister eiser mogen tegenwerpen nu eiser hiervoor geen aannemelijke verklaring heeft weten te geven. Zijn uitleg dat de bende hem pas als een bedreiging begon te zien toen bleek dat hij op het slechte pad en volwassen was geraakt, heeft de minister onvoldoende mogen achten. In dat verband heeft de minister eiser ook mogen tegenwerpen dat hij inconsequent heeft verklaard over het moment waarop de bedreigingen begonnen, te weten tijdens de detentie dan wel na zijn vrijlating. Voorts heeft de minister eiser mogen tegenwerpen dat onvoldoende is onderbouwd dat de bedreigingen afkomstig waren van Los23. In dit verband heeft de minister mogen betrekken dat het Facebookaccount waarop eiser de berichten ontving is verwijderd zodat hier door de minister geen onderzoek meer naar gedaan kan worden. De screenshots die zijn gemaakt bevatten weliswaar het logo van Los23 maar het gebruik van dit logo is niet voorbehouden aan de bende. Ook bevatten de screenshots geen jaartal met als gevolg dat ze niet in te passen zijn in de door eiser geschetste tijdslijn. De minister heeft eiser eveneens mogen tegenwerpen dat hij nooit aangifte van de bedreigingen heeft gedaan. Daarbij is van belang dat eiser zelf in detentie heeft gezeten en dat zijn moeder wel aangifte heeft gedaan. Anders dan eiser stelt mocht de minister daaruit afleiden dat er wel door de politie wordt opgetreden en het doen van aangifte niet bij voorbaat zinloos zou zijn.
7.2.
De in beroep overgelegde aangifte van de moeder van eiser heeft voor de minister geen aanleiding voor een ander oordeel hoeven vormen, omdat, zoals namens de minister ter zitting niet ten onrechte is opgemerkt, dit document meer vragen oproept dan het beantwoordt. Zo wordt in deze aangifte gesproken over een aanslag in januari 2023 bij eiser thuis terwijl eiser heeft aangegeven dat bij de schietpartijen bij zijn huis nooit gericht geschoten is en dat de laatste schietpartij plaatsvond op 29 december 2022. De enige op eiser gerichte aanslag was volgens eiser immers de beschieting vanaf een motor in september 2022 geweest. Voorts geeft de moeder in de aangifte aan dat de problemen met de bende zouden zijn ontstaan omdat zij probeerde eiser op het rechte pad te brengen en de bende eiser niet wilde laten gaan hetgeen niet strookt met wat eiser heeft verklaard. In de aangifte wordt evenmin een verband gelegd met de dood van de neef. Ook wordt Los23 niet met name genoemd terwijl de moeder, zoals ter zitting door de gemachtigde van de minister werd aangegeven, waarschijnlijk wel bekend was met die naam omdat zij, volgens de verklaringen van eiser, het Facebookaccount had verwijderd.
7.3.
Gelet op het voorgaande heeft de minister de door eiser gestelde problemen met Los23 niet geloofwaardig hoeven achten.

Conclusie en gevolgen

8. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.