ECLI:NL:RBDHA:2024:21948

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
NL24.45627
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak inzake asielaanvraag

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening dat is ingediend door de verzoeker, die een asielaanvraag heeft ingediend. Het verzoek is ingediend hangende het beroep tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 18 november 2024 is genomen. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om zonder zitting uitspraak te doen.

De voorzieningenrechter verwijst naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL24.45626, waarin op het beroep van de verzoeker is beslist. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, die als voorzieningenrechter optreedt, en is in aanwezigheid van griffier mr. S.M. Hampsink. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.45627

uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 december 2024 in de zaak tussen

[verzoeker], v-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. M. Demirtas),
en

de minister van Asiel en Migratie.Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening dat verzoeker heeft ingediend hangende zijn beroep tegen het besluit van 18 november 2024 van de minister op de aanvraag van verzoeker.
2.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.45626, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
mr. S.M. Hampsink, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.