ECLI:NL:RBDHA:2024:21936
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure tegen de minister van Asiel en Migratie
Op 23 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 24/13473, waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. N.B. Swart, de minister van Asiel en Migratie heeft aangeklaagd. De rechtbank heeft in deze uitspraak beslist over het verzoek van verzoeker om de minister te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek als kennelijk gegrond wordt toegewezen, wat betekent dat verzoeker in het gelijk is gesteld. Dit gebeurde zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft de relevante artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb in overweging genomen, evenals het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De rechtbank concludeert dat de minister aan verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een beslissing te nemen op het bezwaarschrift van verzoeker, dat op 24 november 2022 was ingediend.
De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit bedrag is berekend op basis van 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor van 0,5. De rechtbank heeft de minister veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoeker. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.