Op 17 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] eerder is verlengd tot 30 december 2024 en dat er zorgen zijn over haar ontwikkeling en welzijn. Tijdens de zitting op 17 december 2024 waren de grootouders van [de minderjarige] aanwezig, terwijl de moeder niet is verschenen, ondanks dat zij correct was opgeroepen. De kinderrechter heeft [de minderjarige] gehoord en de aanwezigen hebben kunnen reageren op haar verklaringen.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling rekening gehouden met de problematiek rondom [de minderjarige], waaronder haar belast verleden, ADHD en een reactieve hechtingsstoornis. Er is een patroon van aantrekken en afstoten tussen [de minderjarige] en haar moeder, wat leidt tot onrust in de opvoedomgeving. De grootouders hebben aangegeven dat zij [de minderjarige] een laatste kans willen geven, maar dat er duidelijke regels en begeleiding nodig zijn. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, zodat [de minderjarige] de kans krijgt om te profiteren van hulpverlening en stabiliteit in haar leven te creëren. De verlenging is vastgesteld tot 13 november 2025, de datum waarop [de minderjarige] meerderjarig wordt.