Op 17 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2010. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft de moeder van de minderjarige en de tante moederszijde als belanghebbenden aangemerkt, maar zij zijn niet verschenen op de zitting. De minderjarige verblijft momenteel in een (netwerk)pleeggezin, nadat zij eerder onder toezicht was gesteld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie rondom de minderjarige zorgwekkend is, vooral gezien de incidenten die zich hebben voorgedaan tussen de moeder en de minderjarige, en tussen de tante en de minderjarige. De kinderrechter heeft de noodzaak van de verlenging van de uithuisplaatsing onderbouwd met de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige en het belang van haar verzorging en opvoeding. De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 20 juni 2025, en deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.