ECLI:NL:RBDHA:2024:21868

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
NL24.39854
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een asielzoeker, had tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie van 7 oktober 2024 beroep ingesteld, waarbij zijn asielaanvraag als kennelijk ongegrond was afgewezen. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank had op 18 december 2024 al mondeling uitspraak gedaan op het beroep met zaaknummer NL24.39853, wat de reden was voor de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.39854

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. E.J.L. van de Glind),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 7 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft op 18 december 2024 mondeling uitspraak gedaan op het beroep, zaaknummer NL24.39853. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 19 december 2024 door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.A.J.J. Sterks, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.