4.1.Eiseres heeft herhaaldelijk verzocht om haar volledige persoonlijke dossier. Zij heeft hier slechts een gedeelte van ontvangen. Dat is volgens eiseres onvoldoende om het bestreden besluit op juistheid te controleren. De overgelegde stukken tonen volgens eiseres niet het complete beeld. Het ontbreekt eiseres aan de benodigde (meta)gegevens om te kunnen beoordelen of nu eindelijk alle op de zaak betrekking hebbende stukken in de procedure zijn gebracht. Naar de mening van eiseres moet een verzwaarde motiveringsplicht voor verweerder worden aangenomen. Op zitting heeft eiseres toegelicht dat het haar met name gaat om het invorderingsdossier dat ontbreekt.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. Volgens eiseres is zij ten onrechte niet gecompenseerd voor de jaren 2009 en 2010. Verweerder heeft het compensatieverzoek voor 2009 afgewezen omdat geen sprake is van een neerwaartse correctie van de kinderopvangtoeslag. Van vooringenomen handelen is dan volgens verweerder ook geen sprake. Eiseres heeft hier geen gronden tegen ingediend. Het beroep richt zich dan ook enkel nog op de afwijzing van compensatie voor het jaar 2010.
6. Uitgangspunt van de hersteloperatie is dat gedupeerde ouders alsnog ontvangen wat ten onrechte is teruggevorderd of onthouden, aangevuld met een vergoeding van materiële en immateriële schade. Uit artikel 2.1, eerste lid, van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) volgt dat verweerder compensatie toekent aan een aanvrager die schade heeft geleden doordat bij de beoordeling van het recht op kinderopvangtoeslag sprake is geweest van institutionele vooringenomenheid of doordat de toepassing van wettelijke regelingen heeft geleid tot onbillijkheden van overwegende aard als gevolg van de hardheid waarmee het wettelijke systeem werd toegepast. Om voor compensatie in aanmerking te komen dient dus in ieder geval sprake te zijn van schade die eiser daadwerkelijk heeft geleden als gevolg van de besluiten van verweerder.
7. De rechtbank overweegt dat uit de memorie van toelichting bij de Whtvolgt dat de bewijslast voor het recht op compensatie bij de aanvrager van de compensatie ligt. Als aannemelijk is dat de aanvrager recht heeft op compensatie, wordt deze toegekend. Aannemelijk maken betekent dat eiseres aan de hand van verklaringen en stukken duidelijk moet maken dat haar stellingen juist zijn. Dit betekent niet dat van de ouder wordt gevraagd al de ingenomen stellingen te bewijzen met objectief verifieerbare bewijsstukken, maar wel dat de stellingen van de ouder worden ondersteund door of passen bij de overige aanwezige informatie.
8. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de eerste neerwaartse correctie in 2010 het gevolg is geweest van de door eiseres op 21 oktober 2010 gedane stopzetting van de kinderopvangtoeslag voor haar tweede kind. Om deze reden is er volgens verweerder geen sprake van vooringenomen handelen en daarom geen grond voor compensatie. Eiseres betoogt dat zowel haar eerste als haar tweede kind het hele jaar 2010 opvang hebben genoten en dat zij de kinderopvangtoeslag voor het tweede kind niet heeft stopgezet. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
9. Zoals volgt uit rechtsoverweging 6 is het aan eiseres om aannemelijk te maken dat zij recht heeft op compensatie. De enkele stelling dat zij het stopzettingsformulier niet heeft ingediend en dat het tweede kind – anders dan uit de systemen volgt – in 2010 wel opvang heeft genoten, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende. De rechtbank ziet hiervoor in het dossier ook geen aanknopingspunten. De stukken in het dossier wijzen er naar het oordeel van de rechtbank juist op dat in 2010 alleen het eerste kind opvang heeft genoten. De rechtbank wijst daarbij op het retourformulier kinderopvangtoeslag, waarbij eiseres op verzoek van verweerder informatie heeft verstrekt.Dit betreft een overeenkomst met gastouderbemiddelingsbureau [bedrijf] voor het eerste kind en facturen van november 2010 tot en met januari 2011 voor de opvang van het eerste kind. In het dossier zit ook een jaaropgave 2010 van gastouderbemiddelingsbureau [bedrijf] , waarin alleen opvanguren van het eerste kind worden genoemd. Omdat uit het hiervoor overwogene volgt dat er geen gegevens aanwezig zijn die de stellingen van eiseres onderbouwen, is zij naar het oordeel van de rechtbank niet in de op haar rustende bewijslast geslaagd.
10. Eiseres voert ook aan dat zij nog altijd niet haar hele persoonlijke dossier heeft ontvangen. Op zitting heeft zij toegelicht dat het nog specifiek gaat om het invorderingsdossier. De rechtbank overweegt dat zij niet kan oordelen over een vordering om een dossier over te leggen, omdat dit geen besluit of daarmee gelijk te stellen handeling is in de zin van de Awb. Op grond van artikel 8:42 van de Awb dient verweerder wel alle op de zaak betrekking hebbende stukken te overleggen. Onder de op de zaak betrekking hebbende stukken wordt verstaan de stukken die ten grondslag hebben gelegen aan het bestreden besluit. Verweerder heeft ter zitting gesteld dat alle op de zaak betrekking hebbende stukken zijn overgelegd. De rechtbank ziet onvoldoende aanleiding daaraan te twijfelen. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat voor de beoordeling van haar verzoek om compensatie noodzakelijke stukken ontbreken.