In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor studiefinanciering beoordeeld. Eiser had op 1 oktober 2023 studiefinanciering aangevraagd voor zijn studie International Management aan de Geneva Business School. De aanvraag werd afgewezen omdat eiser niet stond ingeschreven voor een opleiding die recht geeft op studiefinanciering. Verweerder, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, had deze afwijzing bevestigd in een besluit van 8 januari 2024 na een bezwaar van eiser.
Tijdens de beroepsprocedure werd de Nuffic opnieuw om advies gevraagd. De Nuffic, als expertisecentrum voor de vergelijking van buitenlandse opleidingen, concludeerde dat de bacheloropleiding van eiser wel degelijk voldoet aan de vergelijkbaarheidseisen met een Nederlandse opleiding. Hierop heeft verweerder op 2 september 2024 alsnog studiefinanciering toegekend aan eiser, met terugwerkende kracht vanaf oktober 2023.
De rechtbank heeft eiser gevraagd of het besluit van 2 september 2024 aanleiding geeft om het beroep in te trekken, maar ontving hierop geen reactie. De rechtbank oordeelt dat eiser geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien verweerder volledig tegemoet is gekomen aan zijn verzoek. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, maar bepaalt wel dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 51,- moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.