In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een levenlanglerenkrediet. De aanvraag werd door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap afgewezen omdat eiser de maximale duur van 60 maanden had bereikt. Eiser, die een deeltijdopleiding volgt aan de Open Universiteit, betoogde dat de afwijzing onzorgvuldig was en dat de wet verkeerd werd geïnterpreteerd. Hij stelde dat de hardheidsclausule van toepassing moest zijn, gezien zijn medische omstandigheden en de aard van zijn opleiding, die uit modules bestaat. De rechtbank oordeelde echter dat de wetgever bewust een maximum aan de duur van het levenlanglerenkrediet had verbonden en dat eiser geen bijzondere omstandigheden had aangevoerd die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet vernietigd hoefde te worden en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser werd wel in de proceskosten van € 1.750,- veroordeeld, maar er werd geen griffierecht vergoed omdat eiser dit niet had betaald.