ECLI:NL:RBDHA:2024:21707
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. Kraefft
- S.L. Clemens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Russische eiser met Oezbeekse nationaliteit en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die stelt de Russische nationaliteit te hebben en geboren te zijn in Oezbekistan, heeft op 15 oktober 2022 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 6 september 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond, en heeft ook een terugkeerbesluit en een inreisverbod van twee jaar uitgevaardigd. De rechtbank heeft het beroep, samen met het verzoek om een voorlopige voorziening, op 5 november 2024 behandeld.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft aangenomen dat eiser naast de Russische nationaliteit ook de Oezbeekse nationaliteit bezit. Eiser heeft geen overtuigend bewijs geleverd dat hij geen Oezbeekse nationaliteit heeft, ondanks zijn beweringen dat Oezbeken geen dubbele nationaliteit mogen hebben. De rechtbank concludeert dat eiser niet in staat is geweest om aan te tonen dat hij niet Oezbeeks is, en dat de minister daarom zijn asielaanvraag als kennelijk ongegrond heeft kunnen afwijzen.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de minister het ongeloofwaardig heeft kunnen vinden dat eiser recentelijk in Rusland heeft gewoond en dat hij als reservist is geregistreerd. Eiser heeft zijn verklaringen niet voldoende onderbouwd en er zijn tegenstrijdigheden in zijn verklaringen. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep ongegrond is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M. Kraefft, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. S.L. Clemens, griffier.