In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, waarbij haar bezwaar tegen een aanmaning en dwangbevel niet-ontvankelijk is verklaard. Het bestreden besluit, genomen op 17 november 2023, stelt dat er geen besluit is waartegen bezwaar openstaat. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 19 november 2024 is behandeld. De rechtbank concludeert dat het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat de aanmaning en het dwangbevel niet onder de bestuursrechtelijke rechtsmiddelen vallen. De rechtbank legt uit dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een aanmaning en dwangbevel geen besluiten zijn waartegen bezwaar kan worden gemaakt. Eiseres had bezwaar willen maken tegen de inhouding van een bedrag op haar AOW-uitkering, maar deze inhouding wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank en niet door het college. De rechtbank kan daarom geen inhoudelijk oordeel geven over de stellingen van eiseres, waaronder de bewering dat de vordering van het college is verjaard. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.