ECLI:NL:RBDHA:2024:21571

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
NL.24.35578
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

Op 17 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.J. Schenkman, tegen de minister van Asiel en Migratie. Het verzoek betrof een voorlopige voorziening in het kader van een beroep tegen een besluit van de minister van 4 september 2024. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar een eerdere uitspraak van 6 december 2024, zaaknummer NL24.35577, waarin de rechtbank al op het beroep had beslist. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De beslissing is genomen door mr. A.S.W. Kroon, in aanwezigheid van griffier mr. S.M. Hampsink. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.35578

uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 december 2024 in de zaak tussen

[naam] , v-nummer: [nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. R.J. Schenkman),
en

de minister van Asiel en Migratie.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening dat verzoeker heeft ingediend hangende zijn beroep tegen het besluit van
4 september 2024 van de minister op de aanvraag van verzoeker.
1.1.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van 6 december 2024, zaaknummer NL24.35577, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S.W. Kroon, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.M. Hampsink, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.