AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing asielaanvraag van Iraakse eiser met problemen door Al Haq militie en soennitische achtergrond
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 13 december 2024, wordt het beroep van een Iraakse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, die op 10 mei 2022 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel indiende, kreeg op 27 augustus 2024 te horen dat zijn aanvraag als kennelijk ongegrond was afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep samen met een verzoek om voorlopige voorziening op 31 oktober 2024. De eiser heeft eerder asiel aangevraagd, maar deze aanvragen zijn afgewezen, onder andere vanwege problemen met de Asaeb Ahl Al Haq militie en zijn soennitische geloof. De rechtbank concludeert dat de minister van Asiel en Migratie de afwijzing van de asielaanvraag terecht heeft gedaan. De rechtbank oordeelt dat de problemen die de eiser heeft ondervonden met de Al Haq militie ongeloofwaardig zijn en dat de minister niet ten onrechte heeft geoordeeld dat de eiser geen gegronde vrees voor vervolging heeft. De rechtbank wijst erop dat de identiteit en nationaliteit van de eiser geloofwaardig zijn, maar dat de vrees voor vervolging niet aannemelijk is gemaakt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Zaak NL24.34022.
4.Nader gehoor van 20 februari 2016, p. 6.
5.Country Guidance rapport EASO, januari 2021.
6.Algemeen ambtsbericht Irak, november 2023.
7.Uitspraak van 22 augustus 2018 van de rechtbank in de tweede asielprocedure van eiser, r.o. 16.
8.Country Guidance rapport EASO, p. 68, januari 2021.
9.Algemeen ambtsbericht Irak, november 2023, p. 58.
10.Algemeen ambtsbericht Irak, november 2023, p. 59.
11.Algemeen ambtsbericht Irak, november 2023, p. 59.
12.Algemeen ambtsbericht Irak, november 2023, p. 41.