ECLI:NL:RBDHA:2024:21530

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
24-5826
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake wijziging verblijfsdoel op humanitaire gronden

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de afwijzing van haar aanvraag om het verblijfsdoel van de aan haar verleende verblijfsvergunning te wijzigen in ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’. De minister heeft deze aanvraag afgewezen met een primair besluit op 27 maart 2024, en heeft bij het bestreden besluit op het bezwaar van verzoekster deze afwijzing gehandhaafd. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld.

De zitting vond plaats op 13 september 2024, waarbij verzoekster, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening beoordeeld en beslist dat het verzoek wordt afgewezen. Dit besluit is genomen omdat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep in een andere zaak (zaaknummer AWB 24/8308), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is.

De voorzieningenrechter concludeert dat er geen aanleiding is voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier Z.P. de Wilde, en is openbaar uitgesproken op 31 oktober 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/5826

uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 oktober 2024 in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster

V-nummer: [V-nummer] ,
(gemachtigde: mr. A. Roozdar),
en
de Minister van Asiel en Migratie, voorheen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister,
(gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de afwijzing van de aanvraag van verzoekster om het verblijfsdoel van de aan haar verleende verblijfsvergunning te wijzigen in ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’.
1.1.
De minister heeft deze aanvraag met het primaire besluit van 27 maart 2024 afgewezen. Met het bestreden besluit van 27 maart 2024 op het bezwaar van verzoekster is de minister bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 september 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster, J.A. Matti als tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 24/8308, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig.

Conclusie en gevolgen

3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 31 oktober 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.