ECLI:NL:RBDHA:2024:21528
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Ugandese lesbische vrouw op grond van ongeloofwaardige seksuele gerichtheid
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres, een Ugandese vrouw geboren in 1992, heeft op 4 juli 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 1 oktober 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 5 november 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk.
Eiseres heeft aangevoerd dat zij lesbisch is en dat zij in Uganda wordt vervolgd vanwege haar seksuele gerichtheid. De rechtbank oordeelt dat de Minister de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig heeft gevonden, maar de seksuele gerichtheid niet. Eiseres heeft summier verklaard over haar gevoelens en heeft geen overtuigend bewijs geleverd van haar relatie met een andere vrouw. De rechtbank concludeert dat de Minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de seksuele gerichtheid van eiseres ongeloofwaardig is, en dat het besluit getuigt van vooringenomenheid. De rechtbank oordeelt echter dat de Minister de lesbische gerichtheid van eiseres ongeloofwaardig heeft kunnen vinden, en dat de problemen die eiseres ondervindt als gevolg van haar seksuele gerichtheid ook ongeloofwaardig zijn.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Raad van State.