ECLI:NL:RBDHA:2024:21528

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 november 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
NL24.38759
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Ugandese lesbische vrouw op grond van ongeloofwaardige seksuele gerichtheid

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres, een Ugandese vrouw geboren in 1992, heeft op 4 juli 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 1 oktober 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 5 november 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk.

Eiseres heeft aangevoerd dat zij lesbisch is en dat zij in Uganda wordt vervolgd vanwege haar seksuele gerichtheid. De rechtbank oordeelt dat de Minister de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig heeft gevonden, maar de seksuele gerichtheid niet. Eiseres heeft summier verklaard over haar gevoelens en heeft geen overtuigend bewijs geleverd van haar relatie met een andere vrouw. De rechtbank concludeert dat de Minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de seksuele gerichtheid van eiseres ongeloofwaardig is, en dat het besluit getuigt van vooringenomenheid. De rechtbank oordeelt echter dat de Minister de lesbische gerichtheid van eiseres ongeloofwaardig heeft kunnen vinden, en dat de problemen die eiseres ondervindt als gevolg van haar seksuele gerichtheid ook ongeloofwaardig zijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.38759

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. O.C. Bondam),
en

de Minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. L. Beket).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Zij heeft op 4 juli 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 1 oktober 2024 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 5 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, S. Huiberts als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres is geboren op [geboortedag] 1992 en heeft de Ugandese nationaliteit. Aan haar asielaanvraag heeft zij ten grondslag gelegd dat zij een lesbische vrouw is en dat zij door haar toenmalige echtgenoot is betrapt toen zij met haar vriendin [naam] op de bank lag.
3. Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig gevonden. De lesbische gerichtheid vindt verweerder niet geloofwaardig. Eiseres heeft summier verklaard over haar gevoelens en heeft geen persoonlijk inzicht gegeven in een denkproces over wat het met haar deed om zich te realiseren dat zij lesbisch is in een omgeving waarin dat zeer wordt afgekeurd. Ook kan eiseres weinig vertellen over [naam] en hun langdurige liefdesrelatie. De verklaringen van eiseres over de LHBTI-gemeenschap in Uganda en in Nederland zijn vaag, summier en algemeen. Ook heeft eiseres geen inzicht kunnen geven in wat het met haar deed om in Nederland openlijk met iemand te kunnen praten over haar lesbische gerichtheid. Omdat verweerder de lesbische gerichtheid van eiseres niet geloofwaardig vindt, vindt hij de problemen van eiseres vanwege haar lesbische gerichtheid ook niet geloofwaardig. Ook op zichzelf zijn deze problemen volgens verweerder niet geloofwaardig. Eiseres heeft verklaard dat haar toenmalige man via de buren heeft vernomen dat zij een relatie had met [naam] en dat de buren dit zouden weten door de nanny. Anderzijds heeft eiseres verklaard dat de nanny haar nooit met [naam] heeft gezien. Ook heeft eiseres niet consistent verklaard over de mogelijkheden van haar toenmalige man om haar te bereiken. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, [1] omdat eiseres zich pas vijf maanden na haar aankomst in Nederland bij de autoriteiten heeft gemeld om asiel aan te vragen. Tot slot heeft verweerder aan eiseres een terugkeerbesluit en een inreisverbod van twee jaar opgelegd.
Wat vindt eiseres in beroep?
4. Verweerder heeft onvoldoende gemotiveerd dat de lesbische gerichtheid van eiseres niet geloofwaardig zou zijn. Het besluit getuigt van vooringenomenheid. Verweerder wijst in beginsel alle aanvragen met een LHBTI-motief af. Omdat verweerder niet kan onderbouwen met cijfers dat dit uitgangspunt onjuist is, is de motivering dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt lesbisch te zijn onvoldoende. Tot slot heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd dat het niet geloofwaardig is dat de ex-man van eiseres haar gemakkelijker kan traceren in Uganda via zijn telecom-connecties dan in Nederland.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de lesbische gerichtheid van eiseres ongeloofwaardig heeft kunnen vinden. De stelling van eiseres dat verweerder in beginsel alle aanvragen met een LHBTI-motief afwijst, is niet nader onderbouwd. Verweerder heeft er op zitting op gewezen dat de gemachtigde van eiseres eventueel een verzoek kan indienen bij verweerder om de cijfers over het aantal inwilligingen en afwijzingen bij aanvragen met een LHBTI-motief openbaar te maken. In een individuele zaak hoeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank geen cijfers te verstrekken over het totaal aantal inwilligingen en afwijzingen, maar enkel te motiveren waarom in deze zaak de seksuele gerichtheid niet geloofwaardig wordt gevonden. Eiseres heeft in de beroepsgronden gesteld dat dit laatste in het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd, maar heeft hierbij niet aangegeven waarom en op welke punten de motivering volgens haar tekortschiet. Verweerder heeft niet ten onrechte gesteld dat eiseres vaag en summier heeft verklaard met name over haar relatie met [naam] , terwijl [naam] een grote rol heeft gespeeld in de realisatie van haar seksuele gerichtheid en zij een lange relatie hebben. Verweerder heeft het hierbij ook opmerkelijk kunnen vinden dat eiseres de afgelopen periode weinig contact heeft met [naam] , terwijl [naam] naar eigen zeggen de liefde van haar leven is.
6. Verweerder heeft ook de problemen vanwege de seksuele gerichtheid van eiseres ongeloofwaardig kunnen vinden. Ten eerste doet het afbreuk aan de geloofwaardigheid van de problemen dat de seksuele gerichtheid van eiseres ongeloofwaardig is gevonden. Daarnaast heeft eiseres de gestelde betrapping niet aannemelijk gemaakt. De manier waarop haar ex-man achter haar relatie met [naam] zou zijn gekomen is gebaseerd op aannames en vermoedens. De nanny zou de buren verteld hebben over de relatie en de buren zouden het weer aan de ex-man van eiseres hebben verteld. Hoewel de verklaring van eiseres dat haar ex-man haar via zijn telecom-connecties in Uganda makkelijker kan traceren dan in Nederland op zich plausibel is, heeft eiseres ook in de laatste weken die zij in Uganda verbleef niets gehoord van haar ex-man. Ook heeft verweerder het opmerkelijk kunnen vinden dat eiseres op de vraag waarom zij hierna niets meer heeft gehoord van haar ex-man, heeft geantwoord dat zij er niet in geïnteresseerd is om iets van hem te horen.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. van Dokkum, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder onder h van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).