Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
Na beëindiging van de Franchiseovereenkomst (...) geven Franchisegever en Franchisenemer, indien nodig, zo spoedig mogelijk elkaar de volledige en correcte gegevens om over en weer, naar rato jaaromzet, te kunnen afrekenen.”
4.6. Partijen hebben besproken dat zij onderling zouden regelen dat de stukken inzake het financieel verslag over 2022 en de stukken inzake de klus voor de klanten aan Onze Klusvrouw ter beschikking worden gesteld. Partijen hebben de rechtbank op dit punt na de zitting niet geïnformeerd, reden waarom de rechtbank in het dictum zal bepalen dat [gedaagde] de stukken aan Onze Klusvrouw moet overleggen. Zij heeft dit immers toegezegd en op grond van artikel 16 lid 4 van de franchiseovereenkomst rust op haar de contractuele verplichting dit te doen.”