ECLI:NL:RBDHA:2024:21453

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 december 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
C/09/676983 / KG ZA 24-1147
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichte opname van ongedocumenteerde vreemdeling met psychiatrische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 december 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting ASKV/Steunpunt Vluchtelingen en de Staat der Nederlanden. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Saarloos, vorderden dat de Staat verplicht werd om een ongedocumenteerde vreemdeling, aangeduid als [eiser], op te nemen in het Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht. De zaak draait om de vraag of de Staat gehouden is tot opname van [eiser], die lijdt aan een psychiatrische stoornis en recent betrokken is geweest bij verschillende incidenten die gevaar voor zichzelf en anderen opleverden. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende redenen zijn om de vordering toe te wijzen, gezien de psychiatrische toestand van [eiser] en het feit dat andere instellingen hem niet wilden opnemen. De rechtbank benadrukte dat ook ongedocumenteerde vreemdelingen recht hebben op noodzakelijke medische zorg, waaronder psychiatrische zorg. De Staat werd veroordeeld in de proceskosten en moest [eiser] op korte termijn opnemen in Veldzicht. De uitspraak onderstreept de verantwoordelijkheid van de Staat om zorg te bieden aan kwetsbare groepen, zoals ongedocumenteerde vreemdelingen met psychiatrische problemen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: / C/09/676983 / KG ZA 24-1147
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 11 december 2024
in de zaak van
[eiser] ,zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
Stichting ASKV/ Steunpunt Vluchtelingente Amsterdam,
eisers,
advocaat mr. K. Saarloos te Amsterdam,
tegen
De Staat der Nederlanden(Ministerie van Justitie en Veiligheid, dienst Justitiële Inrichtingen, Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht ) te Den Haag,
gedaagde,
advocaten mr. M.F.H. Hirsch Ballin en mr. M. Beekes te Den Haag.
Eisers worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘ [eiser] ’ en ‘ASKV’ en gezamenlijk als ‘ASKV c.s.’ en gedaagde als ‘de Staat’.
Aanwezig is mr. S.J. Hoekstra-van Vliet, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. D. de Gelder, griffier.
Tevens zijn aanwezig namens ASKV, [naam 1] , manager en [naam 2] , verpleegkundige, vergezeld van mrs. Saarloos, Plantinga en Groothengel, (de advocaten mede namens [eiser] ) en namens de Staat [naam 3] , juridisch adviseur DJI, vergezeld van mrs. Hirsch Ballin en Beekes.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
ASKV is een stichting die zich inzet voor hulp aan (ongedocumenteerde) vluchtelingen. [eiser] is een van oorsprong Syrische man, die na te zijn gevlucht uit Syrië sinds 2004 in Nederland verblijft. Sindsdien is hij verschillende malen opgenomen geweest in psychiatrische instellingen, waaronder ook in Veldzicht . Er zijn diverse (gewelds)incidenten geweest waarbij [eiser] betrokken was. Hij heeft geen verblijfsstatus en leeft momenteel weer op straat, bij gebrek aan passende opvang. Recent zijn er twee nieuwe incidenten geweest in Amsterdam, die tot grote zorgen hebben geleid bij zowel de gemeente Amsterdam als ASKV.
1.2.
ASKV heeft geprobeerd [eiser] bij een gespecialiseerde psychiatrische instelling te laten opnemen. Zowel [instelling 1] als [instelling 2] hebben hem echter geweigerd. [instelling 1] neemt alleen op forensische titel op en [instelling 2] vindt de casus te complex. Daarop heeft ASKV op grond van bestaande samenwerkingsafspraken tussen haar en Veldzicht aan Veldzicht verzocht om over te gaan tot opname van [eiser] . Aan dat verzoek is door Veldzicht niet voldaan.
1.3.
ASKV c.s. vordert in deze procedure, na vermindering van eis, zakelijk weergegeven, uitvoerbaar bij voorraad, dat de Staat wordt verplicht [eiser] in Veldzicht op te nemen, op straffe van een dwangsom. Zij voert daartoe aan dat [eiser] lijdt aan een psychiatrische stoornis waardoor hij een gevaar vormt voor zichzelf en zijn omgeving. Dat gevaar is momenteel dusdanig groot dat hij in geen enkele andere opvangvoorziening of instelling terecht kan. Op grond van de langjarige samenwerkingsafspraken die tussen ASKV en Veldzicht zijn gemaakt dient Veldzicht tot opname van [eiser] over te gaan. [eiser] wil ook graag geholpen worden in Veldzicht en is bereid zich vrijwillig te laten opnemen, aldus ASKV c.s. De Staat voert verweer dat hierna, voor zover van belang, zal worden besproken.
1.4.
Het gevorderde is toewijsbaar. Daartoe is het volgende redengevend.
1.5.
Uitgangspunt is, dat voor personen met een psychiatrische aandoening die als gevolg van die aandoening gevaar veroorzaken (al dan niet gedwongen) opname in een psychiatrische instelling aan de orde is, als minder ingrijpende middelen, waaronder ambulante behandelmogelijkheden ter afwending van het gevaar, niet (meer) mogelijk zijn.
1.6.
Ook een ongedocumenteerde vreemdeling heeft in Nederland recht op noodzakelijke medische zorg, waaronder psychiatrische zorg. Niet in geschil is dat [eiser] lijdt aan een psychiatrische stoornis en dat hij als gevolg van zijn psychiatrische stoornis recent (weer) gevaar heeft veroorzaakt. Vast staat immers dat er onlangs twee incidenten geweest zijn die evident gevaar voor derden hebben opgeleverd, terwijl zijn huidige verblijf onder een brug midden in de winter ook een direct gevaar voor hemzelf oplevert. Voor zover de Staat beoogt te stellen dat opname niet noodzakelijk is omdat het gevaar door de psychiater van Veldzicht die eind november jl. een intake met [eiser] heeft gedaan niet zwaar genoeg werd ingeschat, gaat de voorzieningenrechter daaraan voorbij. Nadien zijn er immers al weer twee ernstige incidenten geweest die de zorgen van ASKV over het thans nog aanwezige gevaar bevestigen.
1.7.
Nu er van moet worden uitgegaan dat bij [eiser] sprake is van een psychiatrische stoornis en daaruit voortkomend gevaar, komt de vraag aan de orde of opname de enige mogelijkheid is ter afwending van het gevaar, en zo ja, of Veldzicht dan tot opname moet overgaan. De voorzieningenrechter beantwoordt die beide vragen bevestigend. Daarvoor is het navolgende redengevend.
1.8.
ASKV heeft onweersproken gesteld dat de problematiek van [eiser] dusdanig zwaar is, dat opname de enige oplossing is, maar dat andere instellingen dan Veldzicht niet geschikt zijn om hem op te nemen en/of hem wegens de zwaarte van zijn casus weigeren. Daarmee resteert volgens ASKV slechts een opname in Veldzicht . De Staat heeft ter zitting niet betwist dat andere opname-opties niet voorhanden zijn, maar heeft gesteld dat opname bij Veldzicht niet mogelijk zou zijn, omdat [eiser] zich vrijwillig wil laten opnemen. Een gesloten setting (met beveiligingsniveau 3), zoals in Veldzicht , staat volgens de Staat in de weg aan een vrijwillige opname. Daarnaast staat in een e-mail van de coördinator van Veldzicht naar aanleiding van een intake die op 28 november 2024 in Veldzicht heeft plaatsgevonden vermeld, dat [eiser] ‘geen hulpvraag’ zou hebben. Ook dat verhindert een opname bij Veldzicht , aldus de Staat.
1.9.
De voorzieningenrechter gaat voorbij aan het verweer van de Staat. Terecht heeft ASKV er op gewezen dat door opname en behandeling voorkomen moet worden dat er op korte termijn weer een (gewelds)incident met [eiser] zal plaatsvinden. Die opname dient immers ter afwending van het aanwezige gevaar. Dat is niet alleen in het belang van de openbare orde en de publieke veiligheid, maar ook van [eiser] zelf.
1.10.
Het enkele feit dat [eiser] zich niet verzet tegen een opname en bereid is zich vrijwillig te laten opnemen, is onvoldoende voor de weigering hem op te nemen. Het verweer van de Staat dat Veldzicht (anders dan andere psychiatrische ziekenhuizen) nooit mensen opneemt op vrijwillige basis wordt als onvoldoende onderbouwd gepasseerd. Dat strookt ook niet met hetgeen in de brochure van DJI over de strategische koers van Veldzicht 2024-2028 is opgenomen: ‘
Veiligheid of ernstig nadeel in relatie tot een psychiatrische aandoening zijn de aanleiding voor de opname en behandeling van onze patiënten’en
‘Verplichte zorg wordt alleen toegepast als het echt nodig is en altijd in het kader van de behandeling’. Ook de tekst op de website van DJI is strijdig met de stelling van de Staat. Daar staat immers letterlijk vermeld:
‘Ongedocumenteerden met psychiatrische problematiek kunnen vrijwillig worden opgenomen in Veldzicht of verplichte zorg krijgen volgens de Wet verplichte ggz (Wvggz)’
1.11.
Overigens is van de zijde van ASKV ter zitting nog naar voren gebracht dat er de afgelopen jaren ook daadwerkelijk diverse ongedocumenteerde personen via haar bemiddeling bij Veldzicht
vrijwilligzijn opgenomen. Het valt dan ook niet in te zien waarom dat ineens niet meer zou kunnen. Dat klemt te meer nu de minister van Asiel en Migratie in haar brief van 8 oktober 2024 aan de Tweede Kamer te kennen heeft gegeven dat de samenwerkingsafspraken per 1 december 2024 deels aflopen, maar het deel van de samenwerkingsafspraken dat ziet op de groep uit de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (waarbij [eiser] hoort) vooralsnog niet wordt aangepast. Daarbij is nadrukkelijk in de brief vermeld dat de minister zich blijft inzetten passende zorg en waar nodig beveiliging te blijven bieden aan vreemdelingen met ernstige psychiatrische problematiek. ‘
Zij worden niet zomaar op straat gezet’zo eindigt de brief.
1.12.
Ook het verweer van de Staat dat [eiser] geen hulpvraag zou hebben kan de Staat niet baten. Daarbij is om te beginnen van belang dat de manager van ASKV (die zelf bij de intake van eind november aanwezig was) gemotiveerd heeft betwist dat [eiser] zou hebben aangegeven geen hulpvraag te hebben. Er is in dat gesprek wel ter sprake gekomen dat de noodzakelijke behandeling niet van de grond kan komen zolang [eiser] op straat leeft, maar daaruit kan volgens haar zeker niet worden afgeleid dat het hem alleen om verblijf te doen is. Hij wenst volgens haar wel degelijk behandeling. Maar ook indien juist zou zijn dat [eiser] geen hulpvraag heeft geuit bij die intake, maakt dat het oordeel van de voorzieningenrechter niet anders. Vast staat immers dat [eiser] lijdt aan een psychiatrische stoornis die hem op dit moment gevaar doet veroorzaken, terwijl het gevaar niet op minder ingrijpende wijze dan een opname kan worden afgewend. Onder die omstandigheden is opname de enige optie, ook als [eiser] zelf geen hulpvraag uit. Het is dan aan de behandelaars van Veldzicht hem te stimuleren tot medewerking aan de door de psychiater noodzakelijk geachte behandeling, die er op gericht moet zijn het gevaar te beteugelen en zoveel mogelijk verbetering te bereiken in de psychische toestand van [eiser] .
1.13.
Mocht [eiser] onverhoopt alsnog weigeren vrijwillig mee te werken aan de noodzakelijk geachte opname en behandeling en/of zich op enig moment gaan verzetten tegen de beveiligde setting van Veldzicht , dan is dat het moment om over te gaan tot het aanvragen van gedwongen zorg op grond van de Wvggz (via een crisismaatregel / zorgmachtiging). Zolang [eiser] bereid is zich vrijwillig te conformeren aan de regels die Veldzicht stelt is daarvoor echter geen aanleiding. Overigens kunnen ook vooraf door Veldzicht afspraken met [eiser] gemaakt worden, zodat duidelijk is wat bij opname over en weer mag worden verwacht.
1.14.
De slotsom is dat het verweer van de Staat niet slaagt en de vordering wordt toegewezen op de in het dictum vermelde wijze. De Staat heeft te kennen gegeven dat er op korte termijn een plek vrij zal komen bij Veldzicht , zodat de voorzieningenrechter daarvan uitgaat. Voor oplegging van de gevraagde dwangsom bestaat geen aanleiding nu de Staat vonnissen pleegt na te leven.
1.15.
De Staat is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van ASKV c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 112,37
- griffierecht € 688,00
- salaris advocaat € 1.107,00
- nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de
beslissing)
Totaal € 2.085,37

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
2.1.
gebiedt de Staat [eiser] op korte termijn te doen opnemen in Veldzicht nadat hij daarom verzoekt;
2.2.
veroordeelt de Staat in de proceskosten van € 2.085,37, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als de Staat niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet de Staat € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
2.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
WAARVAN PROCES-VERBAAL,
…………………………………. …………………………………
mr. D. de Gelder mr. S.J. Hoekstra-van Vliet