ECLI:NL:RBDHA:2024:21436

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 november 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
23/4802
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Korting op WW-uitkering na niet-nakoming afspraken door eiser

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over een korting op de WW-uitkering. De eiser had een WW-uitkering aangevraagd per 2 januari 2023, maar heeft zich niet gehouden aan verschillende afspraken met de adviseur werk. Dit leidde tot meerdere kortingen op zijn uitkering, waaronder een korting van 20% voor één maand, die werd opgelegd na een gemiste afspraak op 5 mei 2023. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze korting, maar de rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht de korting had opgelegd, omdat eiser herhaaldelijk niet op afspraken was verschenen en geen geldige redenen had gegeven voor zijn afwezigheid. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de korting op de uitkering in stand blijft. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/4802

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv),verweerder
gemachtigde: mr. D. Spiering-Kalay.

Inleiding

In het besluit van 15 mei 2023 (het primaire besluit) heeft verweerder middels een maatregel de uitkering van eiser op grond van de Werkloosheidswet (WW) vanaf 6 mei 2023 voor één maand met 20% verlaagd.
Met het bestreden besluit van 13 juni 2023 op het bezwaar van eiser is verweerder bij dat besluit gebleven.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit bij verweerder bezwaar gemaakt. Verweerder heeft het bezwaar als beroepschrift doorgezonden aan de rechtbank.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De zaak is aan de orde gesteld ter zitting van 16 oktober 2024. Eiser is daar zonder bericht vooraf niet verschenen. Verschenen is de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

1. Op 9 februari 2023 heeft eiser een WW-uitkering per 2 januari 2023 aangevraagd. Verweerder heeft de aanvraag van eiser goedgekeurd en hem een WW-uitkering toegekend.
2. Eiser is op 28 maart 2023 uitgenodigd voor een gesprek met de adviseur werk op 4 april 2023 van 09:00 tot 09:30. Eiser is niet naar deze afspraak gegaan. Omdat hij zich niet aan de afspraak met de adviseur werk heeft gehouden, heeft verweerder op 11 april 2023 de WW-uitkering vanaf 5 april 2023 met 5% over één maand verlaagd.
3. Verweerder heeft eiser uitgenodigd voor een telefonisch gesprek op maandag17 april 2023 van 11:30 tot 12:00. Nadat eiser niet bereikbaar was en eiser geen nadere motivering heeft kunnen geven waarom hij het telefoongesprek heeft gemist, heeft verweerder bij besluit van 25 april 2023 de WW-uitkering van eiser vanaf 18 april 2023 verlaagd met 7,50% voor één maand.
4. Verweerder heeft eiser bij brief van 24 april 2024 uitgenodigd voor een telefonisch gesprek op 5 mei 2023 van 11:00 tot 11:30. Nadat eiser niet bereikbaar was, heeft verweerder bij het primaire besluit de WW-uitkering van eiser vanaf 6 mei 2023 verlaagd met 20% voor één maand. Omdat eiser zich opnieuw niet aan de afspraken heeft gehouden, is zijn uitkering nog meer verlaagd. Daarbij heeft verweerder verwezen naar de besluiten van 11 en 25 april 2023.
5. Eiser heeft op 22 mei 2023 bezwaar gemaakt tegen de korting op zijn uitkering. Eiser heeft als volgt gemotiveerd:
“Omdat ik met deze beslissing niet eens ben op het zelfde had ik aan u doorgegeven dat niemand heeft me gebeld, van ochtend heb ik met een adviseur gesproken ik legde alles aan haar uit”.
6. Eiser heeft op 6 juni 2023 met de daarvoor bestemde formulier aan verweerder laten weten dat hij geen gebruik wil maken van een hoorzitting.
7. Op 13 juni 2023 heeft verweerder het bestreden besluit genomen.

Beoordeling door de rechtbank

8. Eiser voert in beroep het volgende aan:
“Onlangs heb een brief van u gehad Beslissing op het bezwaar ben ik helemaal oneens met deze beslissing want ik ik heb aan de adviseur werk doorgegeven dat 05 mei 2023 die heeft me gebeld kreeg ik geen telefoon van de adviseur werk, had ik geen hoorzitting gebruikgemaakt want er waren meer keuzes doordat heb ik geen hoorzitting gebruikgemaakt.”
9. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het bestreden besluit juist is genomen.
10.1
Op grond van artikel 26, eerste lid, onder c van de WW is de werknemer verplicht de voorschriften op te volgen die het uwv stelt ten behoeve van een doelmatige controle stelt. Op grond van het eerste lid, onder e van de WW is de werknemer verplicht mee te werken aan de activiteiten die bevorderlijk zijn voor zijn inschakeling in de arbeid.
Op grond van artikel 27, derde lid, van de WW weigert het Uwv de uitkering tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen door de werknemer van een verplichting als bedoeld in artikel 26.
Een maatregel wordt op grond van artikel 27, zesde lid, van de WW afgestemd op de ernst van de maatregel en de mate waarin de werknemer de gedraging verweten kan worden. Van het opleggen van een maatregel wordt in elk geval afgezien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
10.2
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder terecht de WW-uitkering van eiser met 20% verlaagd voor één maand. De rechtbank merkt op dat eiser meerdere malen is opgeroepen voor een gesprek met de adviseur werk. Eiser heeft aan de eerste twee uitnodigingen geen gehoor gegeven, waardoor verweerder maatregelen van 5% en 7,5% over een maand heeft opgelegd, zonder dat eiser hiertegen in bezwaar is gegaan.
Wat betreft de derde afspraak op 5 mei 2023, begrijpt de rechtbank uit de beroepsgronden dat eiser aanvoert dat hij niet is gebeld door de adviseur werk. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser wel is gebeld en dat hij niet heeft opgenomen. Aangezien eiser niet is verschenen om zijn standpunt nader toe te lichten, gaat de rechtbank ervan uit dat verweerder eiser inderdaad wel heeft gebeld. Een WW-gerechtigde is verplicht zich te houden aan de afspraken die het Uwv met hem maakt. Nu eiser op 5 mei 2023 onbereikbaar was en zich niet heeft gehouden aan de afspraken, was verweerder gehouden een maatregel op grond van artikel 27, derde lid, van de WW op te leggen.
11. De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren. Dat betekent dat eiser het betaalde griffierecht niet terug krijgt.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.R. van der Meer, rechter, in aanwezigheid van mr. I. Ince, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 november 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.