ECLI:NL:RBDHA:2024:21397
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- P.J. Blok
- S.J. Valk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid België
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. L.J. Meijering, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. A. Hadfy-Kovacs, had echter op 8 oktober 2024 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat België verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 29 oktober 2024 behandeld, samen met een andere zaak (NL24.39307). In de uitspraak van diezelfde dag is het beroep van verzoekster behandeld, waardoor de voorzieningenrechter oordeelde dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.