Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer/voorzieningenrechter in de zaken tussen
[eiseres] , eiseres en verzoeker (hierna: eiseres)
(gemachtigde: mr. S. Franca).
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsdocument EU/EER en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiseres, een Surinaamse vrouw, heeft op 3 juni 2022 een aanvraag ingediend, die door de minister van Asiel en Migratie op 30 december 2022 is afgewezen. De afwijzing is bevestigd in een bestreden besluit van 6 maart 2024. Eiseres stelt dat haar kinderen, die de Nederlandse nationaliteit hebben, naar Nederland zouden komen, maar dat hun vader hen tegenhoudt. De rechtbank heeft op 17 september 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat de kinderen van eiseres niet in Nederland verblijven en zij dus niet gedwongen worden de EU te verlaten. De rechtbank wijst het verzoek om aanhouding af, omdat het onduidelijk is wanneer de kinderen daadwerkelijk naar Nederland zullen komen. Eiseres stelt dat de hoorplicht is geschonden, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is, aangezien er geen twijfel was dat de gronden van bezwaar niet tot een ander besluit konden leiden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.