3.1.[eiser] c.s. vorderen, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
ten aanzien van [gedaagde 1]
te verklaren voor recht dat [gedaagde 1] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] c.s. waardoor [eiser] c.s. schade hebben geleden;
te bevelen dat [gedaagde 1] binnen één dag na het in dezen te wijzen vonnis toestemming verleent aan [gedaagde 2] voor de met [eiser] c.s. gesloten bruikleenovereenkomst en het door [gedaagde 2] in gebruik geven aan [eiser] c.s. van één parkeerplek aan de straatzijde bij de woning van [eiser] c.s. op straffe van een dwangsom van € 500 per dag, met een maximum van € 50.000;
te bevelen dat [gedaagde 1] de uitvoering van de tussen [eiser] c.s. en [gedaagde 2] gesloten bruikleenovereenkomst en koopovereenkomst en het daarin overeengekomen gebruik niet mag belemmeren op straffe van een dwangsom van € 500 per dag met een maximum van € 50.000;
4. te oordelen dat dit vonnis ex art. 3:300 BW heeft te gelden als de schriftelijke toe- en instemming van [gedaagde 1] met het in bruikleen geven van de parkeerplaats aan de straatzijde conform de tussen [eiser] c.s. en [gedaagde 2] gesloten koopovereenkomst alsmede de grond zoals is opgenomen in de tussen [eiser] c.s. en [gedaagde 2] gesloten bruikleenovereenkomst;
ten aanzien van [gedaagde 2]
5. te verklaren voor recht dat [gedaagde 2] te kort is geschoten in de nakoming van haar verbintenissen voortvloeiende uit de met [eiser] c.s. gesloten bruikleenovereenkomst en koopovereenkomst, waardoor [eiser] c.s. schade hebben geleden;
6. te bevelen dat [gedaagde 2] alles doet wat in haar macht ligt om [gedaagde 1] te bewegen tot het verlenen van toestemming voor de tussen [eiser] c.s. en [gedaagde 2] gesloten bruikleenovereenkomst en koopovereenkomst en indien [gedaagde 1] niet binnen twee weken na het in deze te wijzen vonnis haar toestemming voor voornoemde overeenkomsten heeft verleend te bevelen dat [gedaagde 2] een procedure dient te entameren tegen [gedaagde 1] op grond van artikel 5:91 lid 4 BW om de kantonrechter te verzoeken een vervangende machtiging te verlenen tet zaken de toestemming van [gedaagde 1] voor de tussen [gedaagde 2] en [eiser] c.s. gesloten bruikleenovereenkomst en koopovereenkomst;
7. te bevelen dat [gedaagde 2] , indien punt 2 of 4 wordt toegewezen, binnen zeven dagen na het in dezen te wijzen vonnis, dan wel binnen zeven dagen nadat [gedaagde 1] haar toestemming heeft verleend, dan wel binnen zeven dagen nadat [gedaagde 2] een vervangende machtiging ter zake de toestemming heeft ontvangen, de 30 m2 (op grond van de tussen [eiser] c.s. en [gedaagde 2] gesloten bruikleenovereenkomst) aan [eiser] c.s. ter beschikking stelt conform de genoemde overeenkomsten op straffe van een dwangsom van € 500 per dag, met een maximum van € 50.000;
ten aanzien van [gedaagde 1] en [gedaagde 2]
8. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] c.s. van € 1.951,13, althans een nader vast te stellen bedrag, binnen zeven dagen na het in dezen te wijzen vonnis, althans een nader vast te stellen termijn;
9. hoofdelijk te bevelen dat [gedaagde 2] en [gedaagde 1] , indien punt 2 of 4 wordt toegewezen, binnen zeven dagen nadat [gedaagde 1] haar toestemming heeft verleend, dan wel binnen zeven dagen nadat [gedaagde 2] een vervangende machtiging ter zake de toestemming heeft ontvangen, het geplaatste hek en de beplanting van de erfgrens verwijderen zodat [eiser] c.s. het onbelemmerd gebruik kunnen hebben van het betreffende stuk grond als overeengekomen in de tussen [gedaagde 2] en [eiser] gesloten bruikleenovereenkomst op straffe van een dwangsom van € 500 per dag, met een maximum van € 50.000;
10. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen, indien punt 2 of 4 wordt toegewezen, binnen zeven dagen na het in dezen te wijzen vonnis, dan wel binnen zeven dagen nadat [gedaagde 1] haar toestemming heeft verleend, dan wel binnen zeven dagen nadat [gedaagde 2] een vervangende machtiging ter zake de toestemming heeft ontvangen, de houten palen op de ruimte aan de straatzijde verwijderen zodat [eiser] c.s. onbelemmerd kunnen beschikken over een parkeerplek aan de straatzijde als overeengekomen in de tussen [gedaagde 2] en [eiser] c.s. gesloten koopovereenkomst op straffe van een dwangsom van € 500 per dag, met een maximum van € 50.000;
11. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten conform BIK; en
12. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, inclusief de nakosten.