ECLI:NL:RBDHA:2024:21378

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
NL24.44522
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 december 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld. Het bestreden besluit, dat op 6 november 2024 was genomen, wees de aanvraag van verzoekster af als kennelijk ongegrond.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 11 december 2024, maar verzoekster en haar gemachtigde zijn niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na het sluiten van het onderzoek ter zitting, heeft de voorzieningenrechter op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (NL24.44521) die samenhangt met het verzoek om voorlopige voorziening.

Aangezien de rechtbank in de andere zaak al uitspraak had gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, in aanwezigheid van griffier mr. A. Hoekstra - Verbeek, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.44522

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], verzoekster

(gemachtigde: mr. M. Pater),
en

de Minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. H.R. Nobel).

Procesverloop

Bij besluit van 6 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.44521, op 11 december 2024 op zitting behandeld. Verzoekster en haar gemachtigde zijn met bericht van verhindering niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.44521, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.A. Hoekstra - Verbeek, griffier en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.