Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[handelsnaam]in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de (toekomstige) goederen (hierna te noemen: de bewindvoerder) van
[naam 2],
Stichting Haga Ziekenhuis,
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering van [naam 2]
Primair(•) Haga ex artikel 3:13 BW te verbieden om de tenuitvoerlegging/executie uit kracht van het tussen partijen gewezen verstekvonnis met als zaaknummer: 4277903 RL EXPL 15-20350 onverkort voort te zetten zolang de ambtshalve toetsing van de aan de vordering ten grondslag liggende medische behandelovereenkomst en haar algemene voorwaarden niet op eventuele oneerlijkheid [oneerlijke] bedingen is getoetst, zoals bedoeld in richtlijn 93/13 een en ander op straffe van een dwangsom ad € 1.000,- dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor elke dag of dagdeel dat Haga in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen;
Subsidiair(•) Om tot ambtshalve toetsing en ambtshalve toepassing van de richtlijn 93/13 over te gaan met dien verstande [teneinde] de medisch[e] behandelovereenkomst en daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden op oneerlijkheid te toetsen en zo nodig tot vernietiging van eventuele oneerlijke bedingen over te gaan;
Meer subsidiair(•) Haga ex artikel 3:13 BW te verbieden om de tenuitvoerlegging/executie uit kracht van het tussen partijen gewezen verstekvonnis met als zaaknummer: 4277903 RL EXPL 15-20350 voor zover het de executie betreft voor de rentevordering tot 15 september 2019;
Zowel primair als subsidiair als meer subsisidair(•) Haga te veroordelen in de kosten van de procedure, inclusief in de na het te wijzen vonnis ontstane kosten.