ECLI:NL:RBDHA:2024:21303
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Kroatië
In de zaak met zaaknummer NL24.40076 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 november 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M. Demirtas, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. A. Hadfy-Kovacs, had echter op 14 oktober 2024 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.
De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 29 oktober 2024 behandeld, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, H. Lotfi. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is duidelijk geworden dat er al een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL24.40075) die betrekking had op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 november 2024, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.