ECLI:NL:RBDHA:2024:21294
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Frankrijk
In de zaak met zaaknummer NL24.38446 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 november 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. D. van Elp, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. A. Hadfy-Kovacs, niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk als verantwoordelijk land voor de behandeling van de aanvraag werd aangemerkt.
De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 29 oktober 2024, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, D.K. Ehigiene. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL24.38445, behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 november 2024 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.