ECLI:NL:RBDHA:2024:21289

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
11301853 RP VERZ 24-50504
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en wedertewerkstelling in een arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen zijn werkgever, Octagon Professionals International B.V. [verzoeker] had verzocht om vernietiging van het ontslag op staande voet dat hem op 10 juli 2024 was gegeven. Hij stelde dat het ontslag onterecht was, omdat de redenen die door Octagon werden aangevoerd niet specifiek waren en pas veertien dagen na het laatste contact met hem waren gecommuniceerd. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 oktober 2024 was Octagon niet verschenen, waardoor de kantonrechter zich voornamelijk baseerde op de onweersproken feiten die [verzoeker] naar voren had gebracht.

De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet vernietigd moest worden, omdat Octagon niet had voldaan aan de vereisten van onverwijlde mededeling van de reden van ontslag. Tevens werd Octagon veroordeeld om [verzoeker] toe te laten op de werkvloer en zijn salaris van € 3.100,00 bruto per maand te betalen, met een wettelijke verhoging van 50% over de uitstaande bedragen. De kantonrechter wees ook de proceskosten toe aan [verzoeker].

De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de noodzaak voor werkgevers om zich aan de wettelijke vereisten te houden bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst. Het vonnis bevestigt dat werknemers recht hebben op een eerlijke behandeling en dat werkgevers verantwoordelijk zijn voor het tijdig en correct communiceren van ontslagredenen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Zittingsplaats ’s-Gravenhage
MS/c
Zaaknummer: 11301853 RP VERZ 24-50504
Uitspraakdatum: 31 oktober 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij, verder te noemen: [verzoeker] ,
procederend in persoon,
tegen
de besloten vennootschap Octagon Professionals International B.V.,
gevestigd te Den Haag,
verwerende partij, verder te noemen: Octagon,
niet verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft de kantonrechter bij verzoekschrift met 10 producties, bij de griffie
ingekomen op 10 september 2024, verzocht, kort gezegd,
primairhet op 10 juli 2024 door Octagon gegeven ontslag op staande voet te vernietigen en Octagon te veroordelen [verzoeker] toe te laten de bedongen werkzaamheden te verrichten, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag, vanaf die datum aan [verzoeker] te betalen het overeengekomen salaris van € 3.100,00 bruto per maand, met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en met de wettelijke rente vanaf iedere datum van verschuldigdheid, en met veroordeling van Octagon in de proceskosten;
subsidiairaan [verzoeker] een gefixeerde, transitie- en billijke vergoeding toe te kennen.
1.2.
Bij brief van 16 september 2024 heeft de griffier van dit gerecht een afschrift van het
verzoekschrift met producties aan Octagon doen toekomen, Octagon opgeroepen voor de mondelinge behandeling van 17 september 2024 te 15.10 uur, en Octagon gewezen op de mogelijkheid een verweerschrift in te dienen.
1.3.
De mondelinge behandeling is gehouden op 17 oktober 2024. [verzoeker] is in persoon
verschenen, bijgestaan door zijn partner. Octagon is zonder voorafgaand of nagekomen bericht niet verschenen. Van wat bij de mondelinge behandeling is besproken heeft de griffier zakelijke aantekeningen gemaakt die zich in het griffiedossier bevinden.
1.4.
De uitspraak op het verzoek is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1993, is op 1 augustus 2022 voor bepaalde tijd van een jaar
bij Octagon in dienst getreden als Catering Manager, [verzoeker] was laatstelijk werkzaam als Project Manager tegen een salaris van € 3.100,00 bruto per maand. Het dienstverband is verlengd met een jaar, derhalve tot en met 31 juli 2024. Bij e-mail van 22 mei 2024 heeft een medewerker van de afdeling personeelszaken van Octagon [verzoeker] meegedeeld:
”Good news! I would like to confirm you that your contract will be extended. You will receive it via DocuSign (to your personal email address) within a few days.”.
2.2.
Op 26 juni 2024 heeft [verzoeker] zich ziek gemeld, in verband waarmee hij is gezien door
een bedrijfsarts en een probleemanalyse en plan van aanpak zijn opgesteld.
2.3.
Bij e-mail van 10 juli 2024 heeft Octagon, bij monde van [naam] , [verzoeker] onder
meer meegedeeld:
”It is with great regret that I have to write this note to you. However, after reviewing what happened in Huawei and your damaging emails to the client about Octagon and Octagon’s head of Shared Services, we are left without an option than to instantly terminate your contract.
Your last day is today and we shall calculate your final payment and the authorities will be informed accordingly. This means IND VIZA will be pulled back and your final payment will be done tomorrow”.
2.4
Bij e-mail van 17 juli 2024 heeft [verzoeker] bij Octagon geprotesteerd tegen het ontslag op staande voet en zich beschikbaar gehouden voor werken na zijn re-integratie.
2.5
Vanaf 10 juli 2024 heeft [verzoeker] geen loon meer ontvangen.

3.Het verzoek en het (ontbreken van) verweer

3.1.
[verzoeker] heeft de kantonrechter verzocht als hiervoor onder 1.1 is vermeld.
3.2.
Aan het verzoek legt [verzoeker] , kort gezegd, naast de hiervoor vermelde feiten, ten
grondslag dat hij ten onrechte op staande voet is ontslagen en dat hij zijn dienstverband bij Octagon wil voortzetten. Volgens [verzoeker] is onduidelijk wat wordt bedoeld met de voor het ontslag aangevoerde redenen, die niet specifiek zijn en alleen in algemene zin verwijzen naar gebeurtenissen en e-mails zonder verdere duiding. Het ontslag is ook niet onverwijld gegeven, omdat de e-mail van 10 juli 2024 veertien dagen na het laatste contact met [verzoeker] is verstuurd, aldus [verzoeker] . Op 10 juli 2024 is de salarisbetaling acuut gestaakt en op het protest van [verzoeker] heeft Octagon volgens [verzoeker] niet meer gereageerd.
3.3.
Octagon is, hoewel zij daartoe deugdelijk is opgeroepen, bij de mondelinge
behandeling niet verschenen en heeft ook anderszins niet op het verzoek gereageerd.

4.Beoordeling

4.1
Op grond van artikel 7:677 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een partij bij een
arbeidsovereenkomst onverwijld opzeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. Vervolgens staat in artikel 7:678 BW beschreven welke redenen voor een werknemer als een dringende reden kunnen worden aangemerkt.
4.2
Door het uitblijven van een reactie van Octagon en het - zonder voorafgaand of
nagekomen bericht - niet verschijnen van Octagon bij de mondelinge behandeling is de kantonrechter niet bekend geraakt met enig verweer van Octagon tegen het verzoek.
Dat brengt met zich mee dat de kantonrechter zich bij het nemen van zijn beslissing voornamelijk moet baseren op wat [verzoeker] onweersproken naar voren heeft gebracht. De door [verzoeker] naar voren gebrachte feiten en omstandigheden bieden voldoende grond voor de toewijzing van wat [verzoeker] primair heeft verzocht. Met name is niet gebleken dat Octagon in haar e-mail van 10 juli 2024 min of meer concrete redenen voor het gegeven ontslag op staande voet heeft vermeld. Dat had Octagon wel behoren te doen, enerzijds om aan [verzoeker] duidelijk te maken welke redenen Octagon heeft voor dat ontslag, en anderzijds om die redenen achteraf toetsbaar te doen zijn. Dat [verzoeker] belang heeft bij de vernietiging van het ontslag op staande voet, zijn wedertewerkstelling en de hervatting van de salarisbetalingen, is evident.
4.3
De kantonrechter zal het ontslag op staande voet dan ook vernietigen. Octagon wordt
ook veroordeeld, nu niets zich daartegen verzet, om [verzoeker] - zodra hij daartoe in staat is - toe te laten op de werkvloer voor het verrichten van de bedongen werkzaamheden. Aan de veroordeling daartoe zullen na te melden termijn en (gemaximeerde) dwangsom worden verbonden, als prikkel voor Octagon om aan die veroordeling te voldoen. Omdat, gelet op de vernietiging van het ontslag op staande voet, sprake is van een doorlopende arbeidsovereenkomst en er geen redenen zijn om [verzoeker] zijn loon te onthouden, wordt ook de loondoorbetaling vanaf 10 juli 2024 toegewezen. Ook de wettelijke verhoging, die op 50% zal worden gesteld, is toewijsbaar, echter alleen over het loon dat tot vandaag onbetaald is gebleven. Voor de toekomstige loonbedragen geldt dat thans onduidelijk is of Octagon die betalingen volledig en tijdig zal verrichten. Het primair meer of anders verzochte zal worden afgewezen.
4.4
Omdat de primaire verzoeken van [verzoeker] (grotendeels) worden toegewezen, komt de
kantonrechter niet toe aan behandeling van de subsidiaire verzoeken van [verzoeker] .
4.5
Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal Octagon worden veroordeeld in
de proceskosten aan de zijde van [verzoeker] , tot op vandaag vastgesteld op € 87,00 als griffierecht en € 50,00 als noodzakelijk reis- en verletkosten.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1.
vernietigt het op 10 juli 2024 door Octagon aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet;
5.2
veroordeelt Octagon om [verzoeker] uiterlijk op en vanaf woensdag 6 november 2024 op de
gebruikelijke aanvangstijd toe te laten op de werkvloer om - zodra [verzoeker] daartoe in
staat is - de bedongen werkzaamheden te verrichten, op straffe van een door Octagon
te verbeuren dwangsom van € 200,00 per dag, met een maximum van € 25.000,00, dat
Octagon niet aan deze veroordeling voldoet;
5.3
veroordeelt Octagon vanaf 10 juli 2024 aan [verzoeker] te betalen het loon van
€ 3.100,00 bruto per maand, met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% over de vanaf 10 juli 2024 tot vandaag uitgebleven loonbedragen, en met de wettelijke rente over de opeisbaar geworden bedragen vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag van de voldoening;
5.4
veroordeelt Octagon in de proceskosten, tot op vandaag aan de zijde van [verzoeker] vastgesteld op € 87,00 als griffierecht en € 50,00 als noodzakelijk reis- en verletkosten;
5.5
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. B.C. Vink en op 31 oktober 2024 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.