Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Inleiding
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 december 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Pakistaanse nationaliteit, had op 14 mei 2024 asiel aangevraagd in Nederland. De minister van Asiel en Migratie heeft echter de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar heeft zich afgemeld voor de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de verantwoordelijkheid van Spanje vaststaat, aangezien de Spaanse autoriteiten niet binnen de gestelde termijn hebben gereageerd op het verzoek om eiser terug te nemen.
Eiser heeft aangevoerd dat er in Spanje systematische tekortkomingen zijn in de asielprocedure en dat hij onjuist is voorgelicht. Hij vreest dat hij vanuit Spanje teruggestuurd zal worden naar Pakistan. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er structurele tekortkomingen zijn in de opvangvoorzieningen of de asielprocedure in Spanje. De rechtbank verwijst naar het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat verweerder ervan uit mag gaan dat Spanje zijn verdragsverplichtingen nakomt.
De rechtbank heeft ook de beroepsgrond van eiser over (indirect) refoulement verworpen, omdat deze niet kan worden ingeroepen wanneer het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is. Eiser heeft niet aangetoond dat er een afhankelijkheidsrelatie bestaat tussen hem en zijn zus in Nederland, en de wens om bij zijn zus te verblijven is niet voldoende om de asielaanvraag aan te nemen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en eiser geen proceskostenvergoeding toegekend.