Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker] , verzoeker
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen verzoeker, de minister van Asiel en Migratie, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 december 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had beroep ingesteld tegen een besluit van 24 oktober 2024, waarin de minister had besloten de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling te nemen, met als argument dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL24.41849, waarin het beroep van verzoeker ongegrond was verklaard. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening als ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en is bekendgemaakt op 13 december 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.