3.4.2.Wederrechtelijk verkregen voordeel uit de transporten naar Engeland (36e, eerste lid, Sr)
De rechtbank stelt vast dat de veroordeelde voor het medeplegen van deze transporten is veroordeeld bij strafvonnis van 12 oktober 2023. De betrokkenheid van de veroordeelde staat daarmee in de ontnemingszaak vast en het primaire standpunt van de verdediging wordt dan ook niet gevolgd.
In het bijzonder houdt het strafvonnis in dat de veroordeelde betrokken was bij de uitvoer naar Engeland van vijf drugstransporten in de periode van 1 maart 2020 tot en met 20 april 2020. Hij heeft, samen met anderen, cocaïne, heroïne en MDMA uitgevoerd. Uit de in de bewijsmiddelen opgenomen chatberichten kan worden afgeleid dat bij die transporten sprake was van een inkoopprijs per kilogram cocaïne van € 28.500,-- of € 28.000,-- en een inkoopprijs van € 8.500,-- of € 9000,-- per kilogram heroïne. Ook volgt hieruit dat een kilogram cocaïne werd verkocht voor £ 36.000,-- of £ 37.000,-- en een kilogram heroïne voor £ 13.000,--, beiden tegen een wisselkoers van 1,1385. Aan MDMA werd € 100,-- per kilogram verdiend. De veroordeelde werkte met meerdere personen samen, zoals één of meer transportmannen, een geldregelaar, een inpakker en hij verzorgde ook transporten voor anderen waarmee hij ‘meeliep’.
Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat afspraken werden gemaakt over geld en dat de cocaïne, heroïne en MDMA werd ingepakt, verstuurd en in Engeland werd ontvangen. Ook volgt hieruit dat er daadwerkelijk geld is betaald. Het subsidiaire standpunt van de verdediging dat de geldstromen onvoldoende duidelijk zijn, houdt dan ook geen stand.
Voorts blijkt dat er kosten zijn gemaakt. De officier van justitie gaat bij alle transporten uit van 9% kosten voor geldwisselaars en stelt dat voor overige kosten onvoldoende aanwijzingen bestaan. Alleen bij de transporten van 14 en 20 april 2020 gaat de officier van justitie uit van kosten voor ontvangers. In verschillende berichten die betrekking hebben op de hele periode wordt evenwel gesproken over kosten voor ontvangers, transportmannen en geldregelaars. Zo is in berichten van de veroordeelde te lezen dat hij ‘minimaal 5 stuks moet doen’ en dat ‘de kosten 1500 zijn’, dat ‘hun receiver 500 [krijgt]’, dat de inpakker ‘niet voor niks’ werkt, dat de geldregelaar ‘de chinees’ ook wat moet krijgen en dat ‘tpman’ vraagt om zijn geld. Naar oordeel van de rechtbank zijn daarmee (meer dan) voldoende aanwijzingen dat bij alle transporten diverse kosten zijn gemaakt.
In een bericht van 10 april 2020 van de geldregelaar (‘ [bijnaam 1] ’) aan de veroordeelde is een berekening gestuurd. Uit die berekening kan worden afgeleid dat per kilogram harddrugs € 1.500,-- aan kosten werden gemaakt bovenop de kosten voor de geldwisselaars. Bij gebrek aan een concrete andersluidende verklaring van de veroordeelde over de hoogte van de gemaakte kosten, neemt de rechtbank dit bedrag als uitgangspunt voor de gemaakte kosten per kilogram harddrugs en volgt zij niet het standpunt van de raadsman dat van een hoger bedrag moet worden uitgegaan.
Al het voorgaande in aanmerking genomen komt de rechtbank tot de volgende berekening:
Transport d.d. 31 maart 2020; 3 kilogram cocaïne en 5 kilogram heroïne
Verkoop 3 kilogram cocaïne 3 x £ 36.000,-- £ 108.000,-- € 122.958,--
Inkoop 3 kilogram cocaïne 3 x € 28.500,-- € 85.500,--
Kosten geldwisselaar 9% £ 9.720,-- € 11.066,22
Koers 1,1385
Overige kosten 3 kilogram cocaïne 3 x € 1.500,-- -
€ 4.500,--
Verkoop 5 kilogram heroïne 5 x £ 13.000,-- £ 65.000,-- € 74.002,50
Inkoop 5 kilogram heroïne 5 x € 8.500,-- € 42.500,--
Kosten geldwisselaar 9% £ 5.850,-- € 6.660,23
Koers 1,1385
Overige kosten 5 kilogram heroïne 5 x € 1.500,-- -
€ 4.500,--
Bovenstaande berekening levert een totale winst op van € 42.234,05. Uit de chatberichten bij dit transport blijkt dat de veroordeelde dit transport ‘sam sam’ heeft gedaan. Gelet hierop zal de rechtbank, conform het ontnemingsrapport, de winst door twee delen. Anders dan de verdediging ziet de rechtbank geen aanleiding de winst verder te verdelen. Weliswaar heeft de rechtbank de veroordeelde voor het medeplegen van dit transport veroordeeld, maar zoals hierboven reeds is opgemerkt werkte de veroordeelde samen met inpakkers, transportmannen, ontvangers en regelaars. Deze personen zijn weliswaar medepleger, maar, zoals uit de bewijsmiddelen volgt, werden deze personen alleen betaald voor bewezen diensten en daarmee is in de berekening al rekening gehouden. Dat betekent dat de rechtbank schat dat de veroordeelde met dit transport een wederrechtelijk voordeel heeft verkregen van € 21.117,03.
Transport d.d. 6 april 2020; 2 kilogram cocaïne
Verkoop 2 kilogram cocaïne 2 x £ 37.000,-- £ 74.000,-- € 84.249,--
Inkoop 2 kilogram cocaïne 2 x € 28.500,-- € 57.000,--
Kosten geldwisselaar 9% £ 6.660,-- € 7.582,41
Koers 1,1385
Overige kosten 2 kilogram cocaïne 2 x € 1.500,-- -
€ 3.000,--
Bovenstaande berekening levert een winst op van € 16.666,59 en de rechtbank schat het wederrechtelijk verkregen voordeel op dat bedrag. De veroordeelde had het in de chatberichten met tp man (‘ [bijnaam 2] ’) erover dat ‘wij 2 per man, dus 4’ doen. Mede hieruit maakt de rechtbank op dat de betreffende twee kilogram cocaïne van de veroordeelde alleen waren. Anders dan de verdediging ziet de rechtbank geen aanleiding om de winst van dit transport tevens te verdelen over de inpakker (‘ [bijnaam 3] ’) en de geldregelaar (‘ [bijnaam 1] ’). De kosten voor deze diensten zijn immers al betrokken bij de berekening en uit de bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat zij deelden in de winst.
Transport d.d. 7 april 2020; 2,5 kilogram heroïne en 45 kilogram MDMA
Verkoop 2,5 kilogram heroïne 2,5 x £ 13.000,-- £ 32.500,-- € 37.001,25
Inkoop 2,5 kilogram heroïne 2,5 x € 9.000,-- € 22.500,--
Kosten geldwisselaar 9% £ 2.925,-- € 3.330,11
Koers 1,1385
Overige kosten 2,5 kilogram heroïne 2,5 x € 1.500,-- -
€ 3.750,--
Transport 45 kilogram MDMA
45 x (€ 350,-- minus € 250,-- =) € 100,-- € 4.500,--
Uit de chatberichten kan worden opgemaakt dat de veroordeelde 10 kilogram heroïne transporteerde, waarvan 2,5 kilogram voor zichzelf. De veroordeelde sprak immers met [bijnaam 2] erover dat ‘wij dan 5 botts samen hebben’. In een gesprek met [bijnaam 1] op een later moment zei de veroordeelde: ‘5 voor hun 5 voor mij. Die deel ik met Tp’. De rechtbank leidt uit deze berichten af dat de veroordeelde 5 kilogram deelde met [bijnaam 2] en dat de winst voor zijn deel, zijnde 2,5 kilogram, alleen aan de veroordeelde toekwam. Evenals bij de voorgaande transporten is de rechtbank, anders dan de verdediging, van oordeel dat de winst niet is verdeeld over anderen die als medepleger kunnen worden aangemerkt. In de bewijsmiddelen zijn geen aanwijzingen te vinden die duiden op een verdere winstverdeling.
De chatberichten wijzen verder uit dat de veroordeelde het transport van 45 kilogram MDMA regelde. Hij overlegde met [bijnaam 2] over de transportkosten van de MDMA. [bijnaam 2] zei tegen de veroordeelde dat ze € 250,-- moesten betalen, waarop de veroordeelde antwoordde dat ze € 100,-- per stuk konden krijgen als ze dat zouden doen. De personen voor wie zij het transport regelden betaalden dan € 350,--. De veroordeelde en [bijnaam 2] hebben niet uitdrukkelijk besproken dat zij de winst met elkaar zouden delen. Desondanks ziet de rechtbank aanleiding om de winst te verdelen onder de veroordeelde en [bijnaam 2] , gelet op het feit dat zij dit transport samen hebben georganiseerd en vanwege de vaker voorkomende winstverdeling tussen hen. Daarom kan ten aanzien van de MDMA het wederrechtelijk verkregen voordeel worden geschat op een bedrag van (45 x 100,-- / 2 =) € 2.250,--.
De rechtbank komt ten aanzien van dit transport tot een schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel op een bedrag van (€ 7.421,14 + € 2.250,-- =) € 9.671,14.
Transport d.d. 14 april 2020; 2 kilogram cocaïne
Verkoop 2 kilogram cocaïne 2 x £ 36.000,-- £ 72.000,-- € 81.972,--
Inkoop 2 kilogram cocaïne 2 x € 28.000,-- € 56.000,--
Kosten geldwisselaar 9% £ 6.345,-- € 7.223,78
Koers 1,1385
Overige kosten 2 kilogram cocaïne 2 x € 1.500,-- -
€ 3.000,--
Op grond van de bovenstaande berekening is de winst van dit transport € 15.748,22 en schat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel op dat bedrag. De veroordeelde heeft in een chatbericht naar Slybird geschreven: ‘ik ga morgen met 22 stuks. Zitten er 4 voor mij en me maatje op’. Mede op basis van het voornoemde bericht kan worden vastgesteld dat de veroordeelde twee kilogram cocaïne voor zichzelf transporteerde. Anders dan de verdediging ziet de rechtbank geen aanleiding om de winst van dit transport verder te verdelen. Uit de bewijsmiddelen volgt niet dat anderen ook deelden in de winst. Anders dan de officier van justitie gaat de rechtbank niet uit van afzonderlijke kosten voor ontvangers, maar gaat zij uit van een totale kostenpost van € 1.500,-- per kilogram.
Transport d.d. 20 april 2020; 4 kilogram cocaïne
Verkoop 4 kilogram cocaïne 4 x £ 36.000,-- £ 144.000,-- € 163.944,--
Inkoop 4 kilogram cocaïne 4 x € 28.000,-- € 112.000,--
Kosten geldwisselaar 9% £ 12.690,-- € 14.447,57
Koers 1,1385
Overige kosten 4 kilogram cocaïne 4 x € 1.500,-- -
€ 6.000,--
De winst van het bovenstaande transport bedraagt € 31.496,43 en de rechtbank schat het wederrechtelijk verkregen voordeel op dat bedrag. Uit de bewijsmiddelen volgt dat op dit transport 25 kilogram cocaïne is verstuurd, waarvan 21 kilogram voor de klant en 4 kilogram voor de veroordeelde. De rechtbank houdt geen rekening met een verdere winstverdeling, omdat nergens uit valt af te leiden dat de veroordeelde zijn winst heeft moeten delen. Anders dan de officier van justitie houdt de rechtbank geen rekening met afzonderlijke kosten voor de ontvangers omdat, zoals eerder is overwogen, zij uitgaat van een totale kostenpost van € 1.500,-- per kilogram..
Conclusie
Op grond van het vorenstaande wordt geconcludeerd dat de veroordeelde ten aanzien van de transporten naar Engeland wederrechtelijk voordeel heeft verkregen van (€ 21.117,03 + € 16.666,59 + € 9.671,14 + € 15.748,22 + € 31.496,43 =) € 94.699,41. Dit voordeel is verkregen door middel van of uit de baten van het onder 2 bewezenverklaarde strafbare feit in de strafzaak. De grondslag voor ontneming van dit voordeel is daarom een veroordeling als bedoeld in artikel 36e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
3.4.3.Wederrechtelijk verkregen voordeel uit het transport naar Ierland (36e, eerste lid, Sr)
De rechtbank stelt vast dat de veroordeelde voor dit transport is veroordeeld bij strafvonnis van 12 oktober 2023, waarmee zijn betrokkenheid in de ontnemingszaak vaststaat en het primaire standpunt van de raadsman niet opgaat.
Aan de veroordeelde was, voor zover hier van belang, onder feit 2 ten laste gelegd dat hij één of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende hennep dan wel MDMA heeft uitgevoerd naar Ierland. Ten laste van de veroordeelde is bewezen verklaard dat hij hennep en MDMA heeft uitgevoerd naar Ierland. Uit de bewoordingen van de bewijsoverwegingen volgt dat de veroordeelde is veroordeeld voor de uitvoer van 18 kilogram hennep en 10.000 MDMA pillen naar Ierland. De rechtbank heeft enkel dit bewezenverklaard, maar – zoals de raadsman ter terechtzitting nog naar voren heeft gebracht – niet vrijgesproken van een tweede transport. Dat sprake was van een voltooid tweede transport blijkt overigens niet. Daar zijn onvoldoende aanwijzingen voor. Weliswaar zijn er chatberichten die doen vermoeden dat er een tweede transport op handen was, maar omdat de chatberichten na 12 juni 2020 stoppen, kan niet worden vastgesteld dat een tweede transport daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en dat de veroordeelde daar voordeel uit heeft genoten. De rechtbank gaat daarom, net als de raadsman, uit van de uitvoer van één keer 18 kilogram hennep en 10.000 pillen MDMA naar Ierland.
De veroordeelde werkte bij dit transport met een aantal personen samen. Zo volgt uit de berichten dat er kosten waren voor het transport, voor de ontvanger en voor het geldtransport. Verder is gebleken dat ten aanzien van de hennep sprake was van een inkoopprijs van € 4.000,-- en een verkoopprijs € 5.500,--. Voor de MDMA gold een kostprijs van € 0,25 en een verkoopprijs van € 2,-- per pil. Dat er nog meer kosten met de MDMA-verkoop waren gemoeid, volgt niet uit de chatberichten. Bij gebrek aan een concrete verklaring van de veroordeelde, betrekt de rechtbank, anders dan door de raadsman is betoogd, geen andere kostenposten bij de berekening. Er is over en weer gesproken over berekeningen en rekeningoverzichten en het is evident dat daadwerkelijk geld is opgestuurd naar de veroordeelde. De rechtbank gaat daarom niet mee in het subsidiaire standpunt van de verdediging dat de geldstromen onvoldoende duidelijk zijn. Al het voorgaande leidt tot de volgende berekening:
Verkoop 18 kilogram hennep 18 x € 5.500,-- € 99.000,--
Inkoop 18 kilogram cocaïne 18 x € 4.000,-- € 72.000,--
Kosten transport 18 x € 450,-- € 8.100,--
Kosten ontvanger 18 x € 250,-- € 4.500,--
Kosten geldtransport 18 x € 250,--
€ 4.500,--
Verkoop 10.000 XTC pillen 10.000 x € 2,-- € 20.000,--
Inkoop 10.000 XTC pillen 10.000 x € 0,25
€ 2.500,--
Uit de berekening volgt een totale winst van het transport naar Ierland van (€ 17.500,-- +
€ 9.900,-- =) € 27.400,--. Ten aanzien van de winstverdeling overweegt de rechtbank het volgende. Weliswaar heeft de rechtbank de veroordeelde voor het medeplegen van dit transport veroordeeld, maar zoals hierboven reeds is opgemerkt werkte de veroordeelde samen met transportmannen en ontvangers. Hoewel zij als medepleger kunnen worden aangemerkt, is niet gebleken dat zij hebben gedeeld in de winst. Uit de bewijsmiddelen volgt slechts dat deze personen zijn betaald voor bewezen diensten, waarmee in de berekening rekening is gehouden.
Op grond van het vorenstaande wordt geconcludeerd dat de veroordeelde ten aanzien van het transport naar Ierland wederrechtelijk voordeel heeft gekregen van € 27.400,--. Dit voordeel is verkregen door middel van of uit de baten van het onder 2 bewezenverklaarde strafbare feit in de strafzaak. De grondslag voor ontneming van dit voordeel is daarom een veroordeling als bedoeld in artikel 36e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.