Uitspraak
Gezag en verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
Beschikking op het op 10 augustus 2023 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
Procedure
Feiten
.
Rechtbank Den Haag
Op 16 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak over het gezamenlijk gezag en de zorgregeling voor een minderjarige. De vader, vertegenwoordigd door mr. M. Cupido, verzocht om gezamenlijk gezag en een zorgregeling waarbij hij regelmatig contact met zijn kind zou hebben. De moeder, vertegenwoordigd door mr. M.E.M. Beijersbergen, voerde verweer en wenste het eenhoofdig gezag te behouden. Tijdens de zitting op 18 november 2024 bleek dat beide ouders stappen hadden gezet in de richting van contactopbouw, en er was overeenstemming over de zorgregeling. De rechtbank oordeelde dat gezamenlijk gezag in het belang van het kind was, gezien de positieve ontwikkelingen in de omgang tussen de vader en het kind. De rechtbank besloot dat de vader en de moeder gezamenlijk het gezag over de minderjarige zouden uitoefenen en dat de zorg- en opvoedingstaken verdeeld zouden worden. De rechtbank stelde een zorgregeling vast die ingaat op tweede kerstdag 2024 en verder wordt uitgebreid in 2025. De verdeling van de haal- en brengmomenten werd vastgesteld op 75% voor de vader en 25% voor de moeder, rekening houdend met de afstand tussen de ouders en de financiële situatie van de moeder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.