ECLI:NL:RBDHA:2024:2106
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 5 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan eiser een terugkeerbesluit opgelegd. Eiser heeft op 27 november 2023 beroep ingesteld tegen dit besluit. De staatssecretaris heeft op 25 januari 2024 gereageerd met een verweerschrift. De rechtbank heeft de zaak op 13 februari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de staatssecretaris aanwezig waren. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank overweegt dat de termijn om beroep in te stellen tegen het terugkeerbesluit vier weken bedraagt, zoals bepaald in artikel 69, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat het terugkeerbesluit op 5 oktober 2022 aan eiser in persoon is uitgereikt, waardoor de beroepstermijn op 6 oktober 2022 is aangevangen. Eiser heeft zijn beroep pas op 4 december 2023 ingediend, wat betekent dat het beroep niet tijdig is ingediend. Er is geen verschoonbare reden voor deze termijnoverschrijding aangetoond.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 13 februari 2024 door rechter A. de Gooijer, in aanwezigheid van griffier R. Kloppers. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen vier weken na verzending van de uitspraak.