ECLI:NL:RBDHA:2024:2105
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid van Zwitserland
Op 13 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van eiser, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Zwitserland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft het beroep, samen met een andere zaak, behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Dit is gebaseerd op het feit dat het beroepschrift van 26 januari 2024 niet de vereiste gronden van beroep bevatte. De rechtbank had eiser de gelegenheid gegeven om dit verzuim te herstellen, maar op de zitting op 13 februari 2024 waren er nog steeds geen gronden ingediend. De rechtbank heeft geen verschoonbare redenen of bijzondere omstandigheden kunnen vaststellen die zouden rechtvaardigen dat van de procedureregels werd afgeweken.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. A. de Gooijer, in aanwezigheid van griffier mr. R. Kloppers. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.