3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024295571, van de politie eenheid Den Haag, bureau Scheveningen, met bijlagen (62 pagina’s, niet doorgenummerd).
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 28 november 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik had een boterhammes in mijn hand. De buurman en buurvrouw renden beide weg. Ik was boos en ben erachteraan gelopen. Toen ik de woning uitliep had ik nog steeds het mes vast.
Toen heb ik gezegd “ik steek je kanker neer”.
2. Het proces-verbaal van aangifte [naam 2] , opgemaakt op 12 september 2024, voor zover inhoudende (p. 24-25):
Ik, [naam 2] , doe aangifte van bedreiging door mijn buurman.
Op 12 september 2024 zag ik dat hij de keuken in rende. Ik hoorde een keukenla open gaan, waardoor ik het vermoeden had dat hij een mes ging pakken.
Wij zagen dat de buurman een soort steekwapen in zijn rechterhand had.
Ik zag dat hij druk aan het praten was en druk zwaaide met zijn andere hand, zijn linkerhand.
Ik voelde mij dusdanig bedreigd, dat ik het vermoeden had dat hij mij daadwerkelijk
iets ging aandoen. Ik heb voor mijn gevoel echt gerend voor mijn leven.
3. Het proces-verbaal van aangifte [naam 1] , opgemaakt op 12 september 2024, voor zover inhoudende (p. 20-21):
Op 12 september 2024, werd ik, [naam 1] , bedreigd door de buurman van mijn vriendin. Mijn vriendin woont op [adres 2] te [plaatsnaam 2] .
Hij ging de woning in, ik zag dat hij richting de woonkamer ging en mijn vriendin zei dat hij met een mes kwam aanlopen. Mijn vriendin zei dat ik gauw moest rennen. Ik had het gevoel dat hij het mes wilde gebruiken op ons. Ik voelde mij op dat moment angstig en geschrokken.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 september 2024, voor zover inhoudende (p. 38-39):
Ik, verbalisant [verbalisant] , belast met het uitkijken van de beelden van een ringdeurbel van [adres 2] te [plaatsnaam 2] .
Ik zag daar een man staan.
Ik hoorde iets van een metaal/ijzer in de portiek vallen. Ik hoorde de man vervolgens zeggen: "Kanker kanker dikzak." Ik zag dat de man naar beneden keek en dat de man vervolgens uit beeld verdween. Ik hoorde vervolgens een mannelijke stem zeggen:" Ik steek je kanker neer. Ik steek jouw moeder. Kanker kanker dikzak. Kanker honden."