Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoekster
de minister van Asiel en Migratie.
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
“U heeft op 13 september 2024 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, bekend onder zaaknummer Awb 24/14397. Dit verzoek is connex aan beroep bekend onder zaaknummer Awb 24/14396. Nu blijkt dat u op 3 oktober 2024 via het Centraal Inschrijfbureau Vreemdelingenzaken (CIV) opnieuw een verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingediend. U heeft daarbij aangegeven dat de zaaknummer 24/14396 en 24/14397 samenhangende zaken zijn. Het op 3 oktober 2024 ingediende verzoek om een voorlopige voorziening staat bekend onder zaaknummer AWB 24/15602. In ons telefoongesprek van vandaag gaf u aan dat dit zaaknummer niet juist is en dat het verzoek om met spoed uitspraak te doen ziet op het verzoekschrift dat bekend is onder zaaknummer Awb 24/14397. Heb ik u goed begrepen en zo ja, betekent dit dat u het verzoek, bekend onder zaaknummer AWB 24/15602, abusievelijk heeft ingediend? Zo nee, aan welke bodemzaak zou het verzoek van 3 oktober 2024 dan connex zijn?”.
“Op 7 oktober 2024 heeft u een brief van de rechtbank ontvangen. Wij hebben daar geen reactie op mogen ontvangen. u krijgt de gelegenheid om hierop te reageren. Deze moet voor 27 november 2024 zijn ingediend. Bij het uitblijven van uw reactie zal de zaak niet ontvankelijk worden verklaard.”.
“ (…) wil ik u hierbij mededelen dat het verzoek connex aan het ingediende bezwaarschrift van 3 oktober 2024 (in de bijlagen als Productie 7A-1 t/m 7A-4), welke zijn nog in behandeling en, toen zoals tot heden geen Minister van IND. Echter is het verzoek tot Vovo niet abusievelijk ingediend. Het bezwaarschrift en het verzoek tot Vovo zouden zijn wel reeds samenhangende procedures aanhangig onder WB-nummer 24/143 en 24397.”.