ECLI:NL:RBDHA:2024:20846
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen plaatsingsbesluit en vrijheidsbeperkende maatregel van asielzoeker met alcoholprobleem
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep van een asielzoeker, geboren in Colombia, tegen een plaatsingsbesluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De asielzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.E. Temmen, was op 17 oktober 2024 geplaatst in een Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen na een incident op de opvanglocatie Budel Cranendonck, waarbij hij zich fysiek agressief had gedragen onder invloed van alcohol. Het COa en de minister stelden dat zijn gedragingen een zeer grote impact hadden en dat de maatregelen noodzakelijk waren voor de openbare orde.
De rechtbank heeft de beroepen op 6 december 2024 gelijktijdig behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het COa voldoende bewijs had voor de ernst van het incident, waaronder verklaringen van medebewoners en beveiligers. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die de eiser aanvoerde, zoals zijn alcoholprobleem en de moeilijke verblijfsrechtelijke situatie, niet voldoende waren om de HTL-plaatsing of de vrijheidsbeperkende maatregel disproportioneel te verklaren. De rechtbank concludeerde dat de maatregelen gerechtvaardigd waren en dat er geen aanleiding was voor een lichter middel.
De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees erop dat tegen de uitspraak inzake het plaatsingsbesluit hoger beroep mogelijk is bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, terwijl tegen de vrijheidsbeperkende maatregel geen rechtsmiddel openstaat. De uitspraak werd openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.