Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Inleiding
Overwegingen
De gronden van de maatregel van bewaring
Het lichter middel
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
Op 21 december 2023 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid eiser in vreemdelingenbewaring gesteld op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die de Nigeriaanse nationaliteit claimt en geboren is in 1984, is het niet eens met deze maatregel en heeft beroep ingesteld, dat ook als verzoek om schadevergoeding wordt aangemerkt. De rechtbank heeft het beroep op 9 januari 2024 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank beoordeelt of de bewaring van eiser rechtmatig is. De Staatssecretaris heeft aangegeven dat de bewaring noodzakelijk is voor het verkrijgen van gegevens voor de beoordeling van een asielaanvraag en dat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank constateert dat eiser de zware gronden onder 3b en 3c niet heeft betwist, en oordeelt dat deze gronden feitelijk juist en voldoende gemotiveerd zijn. Eiser heeft zich eerder aan het toezicht onttrokken en heeft geen gevolg gegeven aan een terugkeerbesluit.
Eiser heeft aangevoerd dat de Staatssecretaris had moeten volstaan met een lichter middel, zoals een meldplicht, omdat hij een verblijfplaats bij een vriend heeft. De rechtbank oordeelt echter dat de Staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat een lichter middel niet mogelijk is, gezien het risico dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig is geweest en verklaart het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson en bekendgemaakt op 15 januari 2024.