Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2022 tot en met 6 juli 2022 te ‘s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 25,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 6 juli 2022 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van
artikel 10 van de Opiumwet, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of het opzettelijk vervaardigen van heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet voor te bereiden en of te bevorderen
- twee, althans een persmal(len);
- twee, althans een krik(ken);
- drie, althans een ze(ef)(ven);
- een lamineermachine;
- een sealbag en/of plastic zakjes;
- een weegschaal;
- 306 gram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende caffeïne en/of paracetamol;
voorhanden heeft gehad waarvan hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat/die bestemd was/waren tot het plegen van die feiten.
hij op of omstreeks 21 mei 2022 te Leiden opzettelijk heeft vervoerd en/of aanwezig heeft gehad, ongeveer 188,9 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 21 mei 2022 te Leiden, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, voorwerpen en/of stoffen, te weten ongeveer 2.962,1 gram, althans een hoeveelheid versnijdingsmiddel (Fenacetine), voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dit bestemd was tot het plegen van dat feit.
3.3. Ontvankelijkheid van de officier van justitie
hij
op6 juli 2022 te ‘s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt 25,7 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 6 juli 2022 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken
en/ofverwerken van heroïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- twee persmallen;
- twee krikken;
- drie zeven;
- een lamineermachine;
- een sealbag en plastic zakjes;
- een weegschaal;
- 306 gram van een materiaal bevattende c
offeïne en paracetamol;
voorhanden heeft gehad waarvan hij verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten.
hij op 21 mei 2022 te
‘s-Gravenhageopzettelijk heeft vervoerd en aanwezig heeft gehad 188,9 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 21 mei 2022 te
‘s-Gravenhage, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, stoffen, te weten 2.962,1 gram versnijdingsmiddel (Fenacetine), voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat dit bestemd was tot het plegen van dat feit.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De strafoplegging
8.De vordering tot tenuitvoerlegging
9.De toepasselijke wetsartikelen
10. De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
VIJF (5) MAANDEN;
TWEE (2) WEKEN.
Ik heb met behulp van latex handschoenen, de volgende verdovende middelen en
25,7 gram. Van deze poedersubstantie werd een monster gemaakt en voorzien van SINAAOK8489NL
.
306 gram. Hiervan werd een monster gemaakt en voorzien van SINAAOK8490.
Kenmerk: AAPP9289NL