Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- die [naam 1] bij de keel te pakken en/of de keel dicht te knijpen en/of
- met de hand(en) de ogen van die [naam 1] te bedekken en/of
- die [naam 1] op een stoel te duwen en/of drukken en/of
- een trainingspak, althans enig voorwerp, tegen het gezicht van die [naam 1] te drukken.
3.De bewijsbeslissing
Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , opgemaakt op 7 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 52-54):
De eigen waarneming van de rechtbank van de foto op p. 63 van het procesdossier, gedaan ter terechtzitting, voor zover inhoudende:
De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 27 november 2024, voor zover inhoudende:
nheeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan
envergezeld van geweld tegen die [naam 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
engemakkelijk te maken door:
- die [naam 1] bij de keel te pakken en/of de keel dicht te knijpen en
- die [naam 1] op een stoel te duwen en/of drukken en
- een trainingspak tegen het gezicht van die [naam 1] te drukken.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
,ten behoeve van [naam 1] .
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (ACHTTIEN) MAANDEN;
6 (ZES) MAANDEN, niet zal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
twee (TWEE) JAREN vastgestelde proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
,ten behoeve van de heer [naam 1] ;