ECLI:NL:RBDHA:2024:20744
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WIA-uitkering en correctie SV-loon in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 september 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de beëindiging van de WIA-uitkering van eiseres. Eiseres, werkzaam als leerkracht bij Stichting Lucas Onderwijs, ontving een WIA-uitkering die per 4 oktober 2023 door de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) werd beëindigd. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat eiseres meer dan 65% van haar loon verdiende, wat zou betekenen dat zij niet langer recht had op de uitkering. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en voerde aan dat de berekeningen van het UWV onjuist waren, met name met betrekking tot de eindejaarsuitkering en de uitruil van reiskosten. Tijdens de zitting op 21 augustus 2024 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van verweerder aanwezig was. Eiseres stelde dat de gegevens in de polisadministratie niet klopten en dat zij niet in bezwaar was gehoord. De rechtbank oordeelde dat, ondanks de toekenning van een nieuwe WIA-uitkering per 7 februari 2024, er nog steeds een procesbelang was voor eiseres. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet had aangetoond dat de gegevens in de polisadministratie onjuist waren en dat het UWV de juiste procedure had gevolgd. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, maar het UWV werd wel veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.