ECLI:NL:RBDHA:2024:20722
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft eiser, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op 15 juni 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 17 oktober 2021. De rechtbank heeft op 6 december 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiser niet-ontvankelijk is verklaard. Dit is het gevolg van de inwilliging van de asielaanvraag door verweerder in het besluit van 11 augustus 2022, waardoor eiser geen procesbelang meer had in deze kwestie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep, voor zover gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, kennelijk niet-ontvankelijk is.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser terecht beroep heeft ingesteld vanwege het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Daarom is verweerder veroordeeld in de proceskosten die eiser heeft gemaakt. De proceskosten zijn vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast. Dit is omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, waarbij zij binnen zes weken een verzetschrift kunnen indienen als zij het niet eens zijn met de beslissing van de rechtbank.