Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 9 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening heeft aangevraagd in het kader van zijn asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. O.C. Bondam, had eerder een asielaanvraag ingediend die door de minister van Asiel en Migratie op 15 november 2024 niet-ontvankelijk was verklaard. Tegen dit besluit had de verzoeker beroep ingesteld, maar in afwachting van de beslissing op dat beroep vroeg hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op zijn beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in de zaak met nummer NL24.45209, die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Aangezien er nu een uitspraak is gedaan op het beroep, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, met mr. A.S. Hamans als griffier.