ECLI:NL:RBDHA:2024:20688
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
Op 10 september 2024 heeft de Minister van Asiel en Migratie de aanvraag van de verzoeker afgewezen met het bestreden besluit, dat als kennelijk ongegrond werd aangemerkt. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met een andere zaak (NL24.35418), op 21 november 2024 behandeld. Tijdens de zitting was de verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.
In de uitspraak van vandaag, die betrekking heeft op zaaknummer NL24.35418, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.