ECLI:NL:RBDHA:2024:20688

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 december 2024
Publicatiedatum
10 december 2024
Zaaknummer
NL24.35419
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

Op 10 september 2024 heeft de Minister van Asiel en Migratie de aanvraag van de verzoeker afgewezen met het bestreden besluit, dat als kennelijk ongegrond werd aangemerkt. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met een andere zaak (NL24.35418), op 21 november 2024 behandeld. Tijdens de zitting was de verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.

In de uitspraak van vandaag, die betrekking heeft op zaaknummer NL24.35418, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.35419

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. M.S. Dunant Maurits),
en

de Minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. P.A.L.A. van Ittersum).

Procesverloop

Op 10 september 2024 heeft de minister de aanvraag van verzoeker met het bestreden besluit afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.35418, op 21 november 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.35418, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.P.C.J. Lindeijer, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.