ECLI:NL:RBDHA:2024:20653
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens onvoldoende onderbouwing van partijdigheid van de rechter
Op 28 november 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker, die zich had gewend tot de rechtbank in verband met een lopende procedure. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. O. van der Burg, de rechter in de hoofdzaak, waarin Infomedics B.V. als eisende partij optreedt. De verzoeker had eerder op 12 september 2024 een vergelijkbaar wrakingsverzoek ingediend, dat was afgewezen omdat hij niet had kunnen onderbouwen welke bijzondere omstandigheden er waren die de objectieve schijn van partijdigheid van de rechter zouden rechtvaardigen. Tijdens de zitting op 19 november 2024 herhaalde de verzoeker zijn eerdere argumenten zonder nieuwe feiten of omstandigheden aan te voeren. De wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker onvoldoende had geconcretiseerd welke bijzondere omstandigheden er waren die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid van de rechter opleverden. Bovendien werd vastgesteld dat de verzoeker het wrakingsmiddel misbruikte, wat leidde tot onredelijke vertraging van de rechtspleging. De wrakingskamer besloot daarom het verzoek tot wraking af te wijzen en te bepalen dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet meer in behandeling zal worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.